Inhoudsopgave 2017

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 20 jul 2019 om 11:17

HOOFDSTUK I

Definities

HOOFDSTUK II

ARTIKEL 1 Het spel
A. Rangorde van kaarten en kleuren
Wedstrijdbridge wordt gespeeld met een spel van 52 kaarten, met dertien kaarten van elk van de vier kleuren. De kleuren zijn in afdalende rangorde: schoppen (♠), harten (), ruiten (), klaveren (♣). De kaarten van elke kleur zijn in afdalende rangorde: aas, heer, vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2.
B. De beeldzijde van de kaarten
Het Bondsbestuur mag eisen dat de beeldzijde van de kaarten symmetrisch is. 1)

1) Het Bondsbestuur eist niet dat de beeldzijde symmetrisch is.

C. De rugzijde van de kaarten
De rugzijden van alle 52 kaarten van een spel moeten identiek zijn. Ze mogen woorden bevatten, een logo of een afbeelding, maar het beeld moet puntsymmetrisch zijn.
ARTIKEL 2 De wedstrijdborden
ARTIKEL 3 Schikking van de tafels
ARTIKEL 4 Partners
ARTIKEL 5 Aanwijzing van de plaatsen
A. Plaats bij aanvang van de zitting
Bij het begin van een zitting wijst de wedstrijdleider elke deelnemer (persoon, paar of viertal) zijn plaats aan. Tenzij anders voorgeschreven mogen de leden van een paar of viertal in onderling overleg uitmaken welke van de hun toegewezen plaatsen door ieder van hen zal worden ingenomen. Nadat een bepaalde windrichting is gekozen, mag een speler deze in dezelfde zitting nog slechts op aanwijzing of met toestemming van de wedstrijdleider veranderen.
B. Verandering van windrichting of tafel
De spelers veranderen van windrichting of begeven zich naar een andere tafel volgens de aanwijzingen van de wedstrijdleider. De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor duidelijke bekendmaking van de aanwijzingen; elke speler is ervoor verantwoordelijk dat hij op de juiste tijd en op de voorgeschreven wijze van plaats wisselt en dat hij na elke wisseling de juiste plaats inneemt.

HOOFDSTUK III Voorbereiding en voortgang ARTIKEL 6 Het schudden en geven A. Het schudden B. Het geven C. Vertegenwoordiging van beide paren D. Opnieuw schudden en geven E. Keuzemogelijkheden van de wedstrijdleider F. Het dupliceren van een bord ARTIKEL 7 Controle van borden en kaarten A. Plaats van het bord B. Het uit het bord nemen van de kaarten C. Het in het bord terugsteken van de kaarten D. Verantwoordelijkheid voor de gang van zaken ARTIKEL 8 Volgorde van de ronden A. Het rouleren van de borden en de spelers B. Einde van een ronde C. Einde van de laatste ronde en van een zitting

Inhoudsopgave

De strekking van de spelregels

Hoofdstuk I Definities

Op de overlegpagina van Hoofdstuk I staat aanvullend genoemd overige definities en een lijst van gebruikte afkortingen.

Hoofdstuk II Inleidende bepalingen Art. 1 t/m 5

Hoofdstuk III Voorbereiding en voortgang Art. 6 t/m 8

Hoofdstuk IV Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden Art. 9 t/m 16

Hoofdstuk V Het bieden Art. 17 t/m 40

Hoofdstuk V Het bieden - Deel I - De juiste gang van zaken Art. 17 t/m 23
Hoofdstuk V Het bieden - Deel II - Onregelmatigheden Art. 24 t/m 40

Hoofdstuk VI Het spelen Art.41 t/m 71

Hoofdstuk VI Het spelen - Deel I - De juiste gang van zaken Art. 41 t.m 47
Hoofdstuk VI Het spelen - Deel II - Strafkaart Art. 48 t/m 52
Hoofdstuk VI Het spelen - Deel III - Onregelmatig voorspelen en spelen Art. 53 t/m 64
Hoofdstuk VI Het spelen - Deel IV - Slagen Art. 65 t/m 67
Hoofdstuk VI Het spelen - Deel V - Opeisen en afstaan van slagen Art. 68 t/m 71

Hoofdstuk VII Gedragsregels Art.72 t/m 76

Hoofdstuk VIII De score Art. 77 t/m 79

Hoofdstuk IX Het organiseren van toernooien Art. 80

Hoofdstuk X De wedstrijdleider Art.81 t/m 91

Hoofdstuk XI Protesten Art.92 t/ 93

APPENDIX Biddingbox reglement

Trefwoordenregister