Hoofdstuk VI Het spelen - Deel III - Onregelmatig voorspelen en spelen

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 53 Accepteren van voor de beurt voorspelen

A. Voor de beurt voorspelen behandeld als juist voorgespeeld

Behalve in de dertiende slag 2) kan elke met de beeldzijde naar boven voor de beurt voorgespeelde kaart als juist voorgespeeld worden behandeld (zie echter artikel 47E1). Dit is het geval als de leider of een van de tegenspelers, al naar gelang de situatie, dit accepteert door zich in die zin te uiten of als er gespeeld wordt uit de hand die volgt op het onreglementair voorspelen (maar zie B). Als het voorspelen niet geaccepteerd wordt, zal de wedstrijdleider voorschrijven dat uit de juiste hand wordt voorgespeeld (en zie artikel 47B).

2) Een voor de beurt voorgespeelde kaart in de dertiende slag moet teruggenomen worden.

B. Juist voorspelen volgend op onregelmatig voorspelen

Als een speler aan de beurt is om voor te spelen en een tegenstander speelt voor de beurt voor, mag eerstgenoemde speler – behoudens wat bepaald wordt in artikel 53A – een kaart voorspelen zonder dat die beschouwd wordt als bijgespeeld bij de voor de beurt voorgespeelde kaart. Als dit gebeurt, wordt het juiste voorspelen gehandhaafd en mogen alle in deze slag abusievelijk gespeelde kaarten worden teruggenomen, maar artikel 16C is van toepassing.

C. De verkeerde tegenspeler speelt een kaart bij na een onregelmatig voorspelen door de leider

Als de leider voor de beurt voorspeelt uit zijn eigen hand of die van de blinde en de RT van de hand waaruit verkeerd wordt voorgespeeld een kaart speelt (maar zie B), blijft de voorgespeelde kaart behouden en is artikel 57 van toepassing.

ARTIKEL 54 Voor de beurt uitkomen met de beeldzijde naar boven

Als een uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven wordt gelegd en de partner van de overtreder uitkomt met de beeldzijde naar beneden, bepaalt de wedstrijdleider dat de gedekte uitkomst teruggenomen moet worden. Bovendien:

A. Leider legt zijn hand open

Na een uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven mag de leider zijn hand openleggen; hij wordt blinde. Als de leider zijn hand begint open te leggen en hierbij een of meer kaarten toont, moet hij zijn hele hand openleggen. De blinde wordt leider.

B. Leider accepteert uitkomst

Als een tegenspeler de uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven op tafel legt, kan de leider deze uitkomst accepteren zoals bepaald in artikel 53 en de blinde legt nu zijn hand open, in overeenstemming met artikel 41.
  1. De tweede kaart in de slag wordt uit de hand van de leider gespeeld.
  2. Als de leider de tweede kaart in de slag uit de blinde speelt, mag de kaart van de blinde niet teruggenomen worden, behalve om een verzaking te herstellen.

C. Leider moet uitkomst accepteren

Als de leider een kaart van de blinde had kunnen zien (uitgezonderd kaarten die de blinde getoond heeft tijdens het bieden en die behandeld zijn volgens artikel 24), moet hij de uitkomst accepteren en wordt hij leider.

D. Leider accepteert uitkomst niet

De leider mag van de tegenspeler eisen dat hij zijn uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven terugneemt. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart en artikel 50D is van toepassing.

E. Uitkomst door de verkeerde partij

Als de vermoedelijke leider of de blinde tracht uit te komen, is artikel 24 van toepassing.

ARTIKEL 55 Voor de beurt voorspelen door de leider

A. Voorspelen door de leider wordt geaccepteerd

Als de leider uit zijn hand of uit die van de blinde voor de beurt heeft voorgespeeld, kan elk van beide tegenspelers dit voorspelen accepteren zoals voorzien in artikel 53 of eisen dat de voorgespeelde kaart wordt teruggenomen (na onjuiste informatie, zie artikel 47E1). Als de tegenspelers een verschillende keuze maken, heeft de keuze van de speler links van de hand waaruit voor de beurt werd voorgespeeld voorrang.

B. Leider moet voorgespeelde kaart terugnemen

  1. Als de leider uit zijn hand of die van de blinde heeft voorgespeeld terwijl het de beurt was van een tegenspeler om voor te spelen en hij de voorgespeelde kaart op grond van artikel 55A moest terugnemen, voegt de leider de abusievelijk gespeelde kaart weer aan de juiste hand toe. Er zijn geen verdere rechtzettingen van toepassing.
  2. Als de leider uit de verkeerde hand heeft voorgespeeld terwijl hij uit zijn hand of die van de blinde moest voorspelen, en hij de voorgespeelde kaart op grond van artikel 55A moest terugnemen, neemt hij de abusievelijk gespeelde kaart terug. Hij moet uit de juiste hand voorspelen.

C. Leider zou informatie kunnen verkrijgen

Wanneer de leider een speelwijze kiest die gebaseerd zou kunnen zijn op informatie verkregen door zijn overtreding, is artikel 16 van toepassing.

ARTIKEL 56 Voor de beurt voorspelen door een tegenspeler

Wanneer een kaart voor de beurt met de beeldzijde naar boven is voorgespeeld, mag de leider:
A. Het onregelmatig voorspelen accepteren zoals voorzien in artikel 53, of
B. Eisen dat de tegenspeler zijn met de beeldzijde naar boven voor de beurt voorgespeelde kaart terugneemt. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart en artikel 50D is van toepassing.

ARTIKEL 57 Voortijdig voorspelen of spelen

A. Voortijdig spelen of voorspelen in de volgende slag

Wanneer een tegenspeler voorspeelt in de volgende slag voordat zijn partner in de lopende slag heeft gespeeld of voor de beurt bijspeelt voordat zijn partner heeft gespeeld, wordt de kaart die aldus is voorgespeeld of gespeeld een grote strafkaart en de leider kiest een van de volgende mogelijkheden. Hij kan:

  1. eisen dat de partner van de overtreder de hoogste kaart speelt die hij in de voorgespeelde kleur bezit; of
  2. eisen dat de partner van de overtreder de laagste kaart speelt die hij in de voorgespeelde kleur bezit; of
  3. eisen dat de partner van de overtreder een kaart speelt van een andere, door de leider aangegeven, kleur; of
  4. verbieden dat de partner van de overtreder een kaart speelt van een andere, door de leider aangegeven, kleur.

B. Partner van overtreder kan niet voldoen aan de rechtzetting

Als de partner van de overtreder niet in staat is te voldoen aan de door de leider gekozen rechtzetting (zie A hierboven), mag hij elke kaart spelen, zoals bepaald in artikel 59.

C. Leider of dummy heeft gespeeld

  1. Een tegenspeler is niet aan een rechtzetting onderworpen wegens spelen voordat zijn partner heeft gespeeld als de leider uit beide handen heeft gespeeld. Een kaart in de blinde wordt echter niet geacht te zijn gespeeld tot de leider de opdracht heeft gegeven (of heeft aangegeven 1)) dat ze gespeeld moet worden.
  2. Een tegenspeler is niet aan een rechtzetting onderworpen wegens spelen voordat zijn partner heeft gespeeld, als de blinde uit eigen beweging voortijdig een kaart heeft gepakt voordat zijn RT heeft gespeeld, of onreglementair heeft gesuggereerd een kaart te spelen.
  3. Een voortijdig gespeelde kaart (geen voorgespeelde kaart) door de leider uit een van beide handen is een gespeelde kaart en mag indien het een reglementaire kaart betreft niet teruggenomen worden.

1) Zoals door een gebaar of een hoofdknik.

D. Voortijdig spelen als RT aan de beurt is

Wanneer een tegenspeler tracht in een slag een kaart te spelen (niet voor te spelen) wanneer zijn RT aan de beurt is om te spelen, dan kan artikel 16 van toepassing zijn. Als deze kaart reglementair gespeeld kan worden in deze slag, moet deze gespeeld worden zodra het zijn beurt is; zo niet, wordt deze kaart een grote strafkaart.

ARTIKEL 58 Voortijdig voorspelen of spelen

A. Gelijktijdig spelen door twee spelers

Indien een speler gelijktijdig voorspeelt of speelt met een reglementair voorspelen of spelen door een andere speler, geldt zijn kaart als daarna gespeeld.

B. Twee of meer kaarten gelijktijdig uit één hand

Indien een speler twee of meer kaarten gelijktijdig voorspeelt of speelt, geldt:
  1. Als slechts de beeldzijde van één kaart zichtbaar is, geldt die kaart als gespeeld; alle andere kaarten worden opgenomen en er zijn geen verdere rechtzettingen met betrekking tot de opgenomen kaarten (zie artikel 47F).
  2. Als de beeldzijde van meer dan één kaart zichtbaar is, wijst de overtreder de kaart aan die hij wenst te spelen; is het een tegenspeler, dan wordt elke andere getoonde kaart een strafkaart (zie artikel 50).
  3. Nadat een overtreder een zichtbare kaart heeft teruggenomen, mag een tegenstander die daarna in die slag had bijgespeeld, zijn kaart terugnemen en ze zonder verdere rechtzetting vervangen door een andere kaart (maar zie artikel 16C).
  4. Als het gelijktijdig spelen onopgemerkt blijft totdat van beide partijen ten minste één speler in de volgende slag heeft gespeeld, is artikel 67 van toepassing.

ARTIKEL 59 Niet op de voorgeschreven wijze kunnen voorspelen of spelen

Een speler mag elke reglementaire kaart spelen indien hij niet in staat is voor te spelen of te spelen om te voldoen aan een rechtzetting, hetzij omdat hij geen kaart van de vereiste kleur heeft, of omdat hij alleen maar kaarten heeft van een kleur die hij niet mag voorspelen, of omdat hij moet bekennen.

ARTIKEL 60 Spelen na een onreglementair spelen

A. Spelen na een onregelmatigheid

  1. Indien een speler van de niet-overtredende partij bijspeelt nadat zijn RT voor de beurt of voortijdig heeft voorgespeeld of gespeeld en voordat hiervoor een rechtzetting is vastgesteld, gaat het recht op vorderen van een rechtzetting voor die overtreding verloren.
  2. Als het recht om een rechtzetting te vorderen eenmaal verloren is gegaan, wordt het onreglementair spelen behandeld alsof het op de beurt was (behalve als artikel 53B van toepassing is).
  3. Als de overtredende partij nog een verplichting had om een strafkaart te spelen of te voldoen aan een beperking bij het voorspelen of spelen, dan blijft die verplichting bij latere beurten bestaan.

B. Tegenspeler speelt voordat leider uit de juiste hand voorspeelt

Wanneer een tegenspeler een kaart speelt, nadat van de leider is geëist zijn uit een onjuiste hand voorgespeelde kaart terug te nemen en voordat de leider uit de juiste hand heeft voorgespeeld, wordt de kaart van de tegenspeler een grote strafkaart (zie artikel 50).

C. Spelen door overtredende partij voordat een rechtzetting is vastgesteld

Het spelen door een lid van de overtredende partij voordat een rechtzetting is vastgesteld, beïnvloedt niet de rechten van de tegenstanders en kan op zichzelf aanleiding zijn tot rechtzetting.

ARTIKEL 61 Verzuimen te bekennen – informeren naar een verzaking

A. Definitie van een verzaking

Het verzuim om in overeenstemming met artikel 44 te bekennen of het verzuim, indien daartoe in staat, een kaart of kleur voor te spelen of te spelen zoals vereist krachtens de spelregels of voorgeschreven door een tegenstander die een keuze mocht maken bij een rechtzetting van een onregelmatigheid, vormt een verzaking (wanneer hieraan niet kan worden voldaan, zie artikel 59).

B. Recht om te vragen naar een mogelijke verzaking

1. De leider mag een tegenspeler die niet heeft bekend, vragen of hij een kaart heeft in de voorgespeelde kleur.
2.   (a) De blinde mag dit aan de leider vragen (maar zie artikel 43B2(b)).
(b) De blinde mag dit niet vragen aan een tegenspeler en artikel 16B kan van toepassing zijn.
3. Tegenspelers mogen dit aan de leider en aan elkaar vragen (met het risico dat er ongeoorloofde informatie wordt overgebracht).

C. Recht om slagen in te zien

Een bewering dat verzaakt is, rechtvaardigt niet automatisch het inzien van dichtgelegde slagen (zie artikel 66C).

ARTIKEL 62 Herstel van een verzaking

A. Verzaking moet hersteld worden

Een speler moet zijn verzaking herstellen indien de aandacht erop gevestigd is voordat de verzaking voldongen wordt.

B. Een verzaking herstellen

Om een verzaking te herstellen neemt de overtreder de kaart die hij speelde, terug en vervangt deze door een reglementaire kaart.
  1. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart (zie artikel 50) indien ze uit een niet-openliggende hand van een tegenspeler werd gespeeld.
  2. De kaart mag zonder verdere rechtzetting worden teruggenomen indien ze uit de hand van de leider (onderhevig aan artikel 43B2(b)) of van de blinde werd gespeeld of indien het een openliggende kaart van een tegenspeler was.

C. Volgende kaarten in die slag gespeeld

  1. Iedere speler van de niet-overtredende partij mag elke kaart terugnemen die hij heeft gespeeld na de verzaking maar vóórdat de aandacht erop was gevestigd (zie artikel 16C).
  2. Nadat een niet in overtreding zijnde speler aldus een kaart terugneemt, mag de opvolgende speler van de overtredende partij zijn gespeelde kaart eveneens terugnemen. Betreft dit een tegenspeler, dan wordt deze kaart een strafkaart (zie artikel 16C).
  3. Als beide partijen verzaken in dezelfde slag en slechts één partij gespeeld heeft in de volgende slag, moeten beide verzakingen hersteld worden (zie artikel 16C2). Elke door een tegenspeler teruggenomen kaart wordt een strafkaart.

D. Verzaking in de twaalfde slag

  1. In de twaalfde slag moet een verzaking, ook al is ze voldongen, hersteld worden indien ze ontdekt wordt voordat de vier handen in het bord zijn teruggestoken.
  2. Indien een tegenspeler verzaakt in de twaalfde slag voordat zijn partner aan de beurt is om in die slag te spelen is artikel 16C van toepassing.

ARTIKEL 63 Voldongen worden van een verzaking

A. Verzaking wordt voldongen

Een verzaking wordt voldongen:
  1. wanneer de overtreder of zijn partner voorspeelt of speelt in de volgende slag (elk spelen, reglementair of onreglementair, maakt de verzaking voldongen);
  2. wanneer de overtreder of zijn partner een kaart noemt of anderszins aangeeft een kaart te spelen in de volgende slag;
  3. wanneer een speler van de overtredende partij slagen opeist of afstaat. Dit kan mondeling of door het openleggen van zijn hand of anderszins;
  4. wanneer er overeenstemming is (zoals bepaald in artikel 69A) over het opeisen of afstaan van slagen door een tegenstander en de verzakende partij hiertegen geen bezwaar maakt voor ze biedt in een volgend spel of voor het einde van de ronde.

B. Verzaking mag niet hersteld worden

Wanneer een verzaking eenmaal voldongen is, mag ze niet meer hersteld worden (behalve zoals voorzien in artikel 62D in geval van een verzaking in de twaalfde slag of zoals voorzien in artikel 62C3). De slag waarin de verzaking plaatsvond, geldt als gespeeld.

ARTIKEL 64 De gang van zaken na het voldongen worden van een verzaking

A. Automatische aanpassing van het aantal slagen

Wanneer een verzaking voldongen is:
  1. en de overtreder 1) de slag waarin verzaakt is heeft gemaakt, wordt nadat het spelen is beëindigd, die slag aan de nietovertredende partij overgedragen samen met één slag van de slagen die de overtredende partij na de verzaking nog heeft gemaakt;
  2. en de overtreder 1) de slag waarin verzaakt is, niet heeft gemaakt, wordt nadat het spelen is beëindigd, één slag overgedragen aan de niet-overtredende partij indien de overtredende partij deze en/of enige volgende slag gemaakt heeft.

1) In het kader van dit artikel is een slag gewonnen door de blinde, niet gewonnen door de leider.

B. Geen automatische aanpassing van het aantal slagen

Er is geen automatische aanpassing van het aantal slagen zoals voorzien na een voldongen verzaking (maar zie artikel 64C) als:
  1. de overtredende partij noch de slag waarin verzaakt is, noch enige volgende slag heeft gemaakt;
  2. het een volgende verzaking is door dezelfde speler in dezelfde kleur en de eerste verzaking voldongen is;
  3. de verzaking ontstaan is door het niet spelen van een strafkaart of een kaart van de blinde;
  4. pas op de verzaking wordt geattendeerd nadat een speler van de niet-overtredende partij een bieding heeft gedaan in het volgende spel;
  5. pas op de verzaking wordt geattendeerd na het beëindigen van de ronde;
  6. de verzaking in de twaalfde slag plaatsvindt;
  7. beide partijen verzaakt hebben op hetzelfde spel en beide verzakingen voldongen zijn;
  8. de verzaking rechtgezet werd overeenkomstig artikel 62C3.

C. Herstel van schade

  1. Wanneer na een voldongen verzaking, ook wanneer er geen aanpassing van het aantal slagen voor voorzien is, de wedstrijdleider van oordeel is dat de niet-overtredende partij onvoldoende schadeloos wordt gesteld door dit artikel, moet hij een arbitrale score toekennen.
  2. (a) Als eenzelfde speler meer dan één keer verzaakt heeft in dezelfde kleur (zie B2 hierboven), past de wedstrijdleider de score aan als de niet-overtredende partij zonder een of meer van deze verzakingen waarschijnlijk meer slagen gemaakt zou hebben.
(b) Als beide partijen op hetzelfde bord verzaakt hebben (zie B7 hierboven) en de wedstrijdleider is van oordeel dat een deelnemer benadeeld is, moet hij een arbitrale score toekennen gebaseerd op het resultaat dat waarschijnlijk behaald was als er geen verzakingen hadden plaatsgevonden.