Sjabloon:1963:HIV

Uit Spelregels voor tafelarbiters

HOOFDSTUK IV ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE ONREGELMATIGHEDEN. Art. 9 t/m 16

Artikel 9. Gang van zaken na een onregelmatigheid.

De wedstrijdleider moet worden ontboden, zodra de aandacht op een onregelmatigheid is gevestigd. Het ontbieden van de wedstrijdleider brengt geen verandering in de rechten, waarop een speler anders aanspraak zou hebben.
Elke speler - behalve de blinde, indien deze zijn rechten volgens artikel 43 heeft verloren - mag de aandacht op een onregelmatigheid vestigen en de wedstrijdleider ontbieden.
Het feit, dat een speler de aandacht vestigt op een door zijn partij begane overtreding beïnvloedt in geen enkel opzicht de rechten van de tegenstanders.
Nadat de aandacht op een onregelmatigheid is gevestigd mag geen der spelers bieden of spelen totdat de wedstrijdleider heeft uitgelegd op welke wijze de onregelmatigheid kan worden hersteld en welke straf kan worden opgelegd.
Voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder stelt hem bloot aan verdere straf (zie art. 26).

Artikel 10. Het opleggen van een straf.

De wedstrijdleider legt de toepasselijke straffen op. De spelers missen het recht eigendunkelijk straffen op te leggen of kwijt te schelden; en de wedstrijdleider mag buiten hem om door de spelers opgelegde of kwijtgescholden straffen ongedaan maken. Als de spelregels keuze bieden uit verschillende straffen moet de wedstrijdleider de verschillende mogelijkheden toelichten. Indien de leider de keuze heeft uit verschillende strafmogelijkheden moet hij de keuze zonder hulp van de blinde bepalen.

Artikel 11. Het vervallen van het recht te straffen.

Het recht tot straffen wegens een onregelmatigheid kan verbeurd worden, indien een speler van de niet-overtredende partij iets onderneemt alvorens de wedstrijdleider te ontbieden. Het gaat in ieder geval verloren, indien hij biedt (art. 34) of speelt (art. 60), nadat door zijn tegenstander aan zijn rechterhand een onregelmatigheid is begaan en voordat een wettige straf is bepaald en opgelegd. Overleg tussen de maats over het opleggen van een straf is niet geoorloofd; als de wedstrijdleider constateert, dat dit overleg heeft plaats gehad, behoort hij het recht tot straffen te annuleren. Indien herstel of bekrachtiging van de zijde van de wedstrijdleider vereist is om het bieden of het spelen te kunnen voortzetten, dient deze te handelen zoals voorzien is in de spelregel, welke op de bewuste overtreding van toepassing is.
Zelfs, indien het recht tot straffen volgens deze bepaling is vervallen, mag de wedstrijdleider een disciplinaire straf is in de spelregel, welke op de bewuste overtreding van toekennen.

Artikel 12. Toekennen van een arbitrale score.

De wedstrijdleider mag op eigen initiatief zowel als op verzoek van een speler een arbitrale score (of scores) toekennen, doch slechts in de gevallen, dat de spelregels hem daartoe. machtigden (zie art. 107) of als volgens het oordeel van de wedstrijdleider:
a. deze spelregels geen strafbepaling bevatten, die een niet-overtredende deelnemer volledig schadeloos stelt voor een overtreding van de spelregels of de bied- en speelmanieren door een tegenstander;
b. er niet een herstel kan plaats vinden, door hetwelk het spel op normale wijze kan worden gespeeld;
c. er een onjuiste straf is ondergaan.
De wedstrijdleider mag niet een arbitrale score toekennen omdat hij de straf, die in de spelregels is bepaald, te zwaar acht voor de overtreder of te voordelig voor de niet-overtredende partij.
Een arbitrale score kan worden toegekend door wijziging van de scorepunten op het spel of door toekenning van 0 of meer matchpunten (zie art. 107). Het aantal punten, toe te kennen aan de niet-overtredende partij mag niet hoger zijn dan nodig is om mogelijk nadeel door de onregelmatigheid op te heffen. Het aantal punten, toegekend aan de overtredende partij, mag worden verminderd met strafpunten. De aan één der partijen als compensatie toegekende punten behoeven niet gelijk te zijn aan het aantal strafpunten, dat aan de andere partij wordt opgelegd.

Artikel 13. Onjuist aantal kaarten.

Indien de wedstrijdleider constateert, dat één of meer der vakken van het bord een onjuist aantal kaarten bevat, herstelt hij dit aan de hand van de genoteerde kaartverdeling (als deze bestaat) of door de spelers, die het spel tevoren hebben gespeeld, te raadplegen, of, als het spel onjuist is gegeven, door een nieuwe gift voor te schrijven (art. 6). Hij behoort dan voor te schrijven, dat het spel normaal wordt gespeeld en gewaardeerd, tenzij een speler een kaart van een andere speler heeft gezien en de wedstrijdleider de daardoor verkregen inlichting van zodanige betekenis acht, dat deze storend werkt op de normale gang van zaken, in welk geval hij een arbitrale score behoort toe te kennen en een overtreder mag straffen.

Artikel 14. Ontbrekende kaart.

Wanneer drie handen compleet zijn en de vierde onvolledig is, dient de wedstrijdleider een onderzoek in te stellen naar de ontbrekende kaart, en:
a. indien zij tussen de gespeelde kaarten wordt gevonden is art. 68 van toepassing;
b. indien zij ergens anders dan tussen de gespeelde kaarten wordt gevonden, moet zij aan de onvolledige hand worden toegevoegd;
c. indien zij niet gevonden kan worden, wordt de gift met gebruikmaking van een nieuw spel kaarten zo goed mogelijk in overeenstemming gebracht met de oorspronkelijke samenstelling.
In de gevallen b. en c. wordt geacht, dat de gevonden kaart steeds tot de onvolledige hand heeft behoord en moet deze aan die hand worden toegevoegd. Deze kaart kan een strafkaart worden (art. 50), en het verzuim de kaart te hebben gespeeld kan als een verzaking worden aangerekend.

Artikel 15. Het spelen van een verkeerd bord.

Indien spelers een bord spelen, dat in die ronde niet voor hen bestemd is, mag de wedstrijdleider van hen verlangen, dat zij het juiste bord later tegen elkaar spelen; doch indien geen van hen het bord eerder heeft gespeeld, behoort hij de score te handhaven. Indien iemand van hen het bord tevoren al dan niet tegen de juiste tegenstanders heeft gespeeld wordt zijn tweede score op het bord geannuleerd, zowel voor zijn partij als voor zijn tegenstanders; de wedstrijdleider behoort aan de deelnemers, waaraan de gelegenheid om een geldige score te behalen ontgaat, een arbitrale score toe te kennen.

Artikel 16. Ongeoorloofde inlichtingen.

Als een speler per ongeluk een ongeoorloofde inlichting 1) ontvangt betreffende een spel dat hij speelt of nog moet spelen, moet de wedstrijdleider hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld, bij voorkeur door degene, die de inlichting verkreeg. De wedstrijdleider behoort te bepalen, dat het spel op normale wijze moet worden gespeeld en gescoord, tenzij hij de verkregen inlichting van zodanige betekenis acht, dat dit storend werkt op de normale gang van zaken, in welk geval hij een arbitrale score behoort toe te kennen, dan wel een tijdelijke plaatsvervanger mag aanwijzen voor de speler die de ongeoorloofde inlichting heeft ontvangen.
Indien een andere speler dan de leider zijn maat door middel van een opmerking, een onmiskenbaar gebaar, of een gedraging, die een bepaalde bieding, uitkomst, speelwijze of speelplan oppert een ongeoorloofde inlichting verstrekt en hierop de aandacht is gevestigd en de wedstrijdleider onmiddellijk is ontboden, kan deze:
a. bepalen, dat het bieden of het spelen normaal moet worden voortgezet, indien hij de ongeoorloofde inlichting van geen betekenis acht; of
b. bepalen, dat het bieden of het spelen moet worden voortgezet, daarbij zich het recht voorbehoudend een arbitrale score toe te kennen als hij van oordeel is, dat de uitslag beïnvloed werd door de ongeoorloofde inlichting; of
c. de maat van de overtreder verbieden een bieding te doen of een speelwijze te volgen, ingegeven door de ongeoorloofde inlichting; ook mag de wedstrijdleider bepalen, dat de maat van de overtreder een zodanige gedragswijze moet volgen, dat de rechten van de niet-overtredende partij, naar het oordeel van de wedstrijdleider het best worden beschermd; of
d. onmiddellijk een arbitrale score toekennen.

1) Voorbeelden van per ongeluk verkregen ongeoorloofde inlichtingen: een inlichting verkregen door het inzien van een verkeerde hand; door het horen van biedingen, van bepaalde resultaten of van opmerkingen; door het zien van kaarten aan een andere tafel of door - voordat het bieden is begonnen - het zien, aan zijn eigen tafel, van een kaart, die voor een andere speler bestemd is.