Sjabloon:1963:50
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Artikel 50. Behandeling van een strafkaart.
- Een kaart is een strafkaart als de wedstrijdleider haar als zodanig aanwijst. Zij moet open op tafel blijven liggen, totdat zij is gespeeld of totdat een mogelijke andere straf is gekozen. Een strafkaart moet worden gespeeld, zodra dit reglementair mogelijk is, hetzij door voorspelen, kleur bekennen, geen kleur kunnen bekennen of troef spelen. Indien een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft, die elk reglementair gespeeld kunnen worden, dan mag de leider aanwijzen, welke daarvan gespeeld moet worden. De verplichting om te bekennen of om voor- of bij te spelen volgens een opgelegde straf heeft voorrang boven de verplichting om een strafkaart te spelen, maar de strafkaart moet open op tafel blijven liggen en bij de eerstvolgende reglementaire gelegenheid worden gespeeld.
- Wanneer een tegenspeler aan slag is of de eerste maal aan slag komt, terwijl zijn maat een strafkaart heeft, kan de leider van hem eisen, dat hij de kleur van de strafkaart speelt, dan wel hem verbieden om, zo lang hij aan slag blijft, die kleur voor te spelen. Als de leider van dit recht gebruik maakt, mag de strafkaart worden opgenomen. Als de leider niet van dit recht gebruik maakt, mag de tegenspeler voorspelen wat hij wil, maar de strafkaart blijft een strafkaart.
- De tegenspeler mag niet spelen, voordat de leider zijn keus heeft bekend gemaakt.