Sjabloon:1997:HX

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 13 aug 2019 om 08:40 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''HOOFDSTUK X De wedstrijdleider Art. 81 t/m 91'''</br> PARAGRAAF I Verantwoordelijkheden Art. 81 t/m 83</br> {{template:1997:81|ARTIKEL 8...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

HOOFDSTUK X De wedstrijdleider Art. 81 t/m 91

PARAGRAAF I Verantwoordelijkheden Art. 81 t/m 83

ARTIKEL 81 Taken en bevoegdheden

A. Officiële positie

De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de organiserende instantie.

B. Beperkingen en verantwoordelijkheden

1. Technische leiding

De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd.

2. Inachtneming van spelregels en bepalingen

De wedstrijdleider is gebonden aan deze spelregels en aan aanvullende bepalingen die door de organiserende instantie zijn aangekondigd.

C. Taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider

De taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider omvatten over het algemeen:
1. Assistenten

het aanstellen van assistenten, nodig om zijn taken te vervullen.

2. Inschrijvingen

het aannemen en noteren van de inschrijvingen.

3. Condities

het vaststellen van passende condities en het bekendmaken daarvan aan de deelnemers.

4. Orde

het handhaven van de orde en de zorg voor het ordelijk verloop van het spelen.

5. Spelregels

het toepassen en uitleggen van deze Spelregels en het inlichten van de spelers over hun rechten en verantwoordelijkheden volgens deze Spelregels.

6. Fouten

het herstellen van een fout of onregelmatigheid die hem op enigerlei wijze ter kennis komt binnen de termijn van correctie vastgesteld in overeenstemming met artikel 79C.

7. Straffen

het opleggen van straffen, indien van toepassing.

8. Kwijtschelden van straffen

het naar eigen goeddunken kwijtschelden van straffen om enigerlei reden, op verzoek van de niet-overtredende partij.

9. Onenigheden

het beslechten van onenigheden; het verwijzen van een aangelegenheid naar het bevoegde comité.

10. Scores

het verzamelen van scores en het opstellen van resultaten.

11. Berichtgeving

het melden van de uitslagen aan de organiserende instantie voor de officiële registratie.

D. Delegeren van taken

De wedstrijdleider mag elke van de onder C hierboven genoemde taken delegeren aan zijn assistenten, maar hij wordt daardoor niet ontheven van zijn verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering ervan.


ARTIKEL 82 Herstel van fouten in de gang van zaken

A. Taak van de wedstrijdleider

Het is de taak van de wedstrijdleider fouten in de gang van zaken te herstellen en het spel te laten verlopen op een wijze die niet met deze Spelregels in strijd is.

B. Herstel van fouten

Om een fout in de gang van zaken te herstellen mag de wedstrijdleider:
1. Een arbitrale score toekennen

een arbitrale score toekennen zoals toegestaan volgens deze Spelregels.

2. Het tijdstip van spelen vastleggen

voorschrijven dat een bord wordt gespeeld, of het spelen ervan naar een later tijdstip verschuiven.

C. Fout van de wedstrijdleider

Als de wedstrijdleider een beslissing heeft genomen die later door hem of door de hoofdwedstrijdleider als onjuist wordt beoordeeld, en als er geen mogelijkheid tot herstel is om op het bord alsnog een normaal resultaat te verkrijgen, dient hij een arbitrale score toe te kennen waarbij hij beide partijen als niet-overtredend beschouwt.


ARTIKEL 83 Wijzen op het recht om te protesteren

Indien de wedstrijdleider meent dat een herziening van zijn beslissing omtrent een feit of omtrent de uitoefening van zijn bevoegdheid om naar eigen goeddunken te handelen aan de orde zou kunnen zijn (bijvoorbeeld wanneer hij een arbitrale score toekent ingevolge artikel 12), moet hij een deelnemer in kennis stellen van diens recht om te protesteren of mag hij de aangelegenheid doorgeven aan een bevoegd comité.

PARAGRAAF II Beslissingen Art. 84 t/m 85

ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat

Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen moet hij, als overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt beslissen:

A. Geen straf

Als in de spelregels geen straf is bepaald en er voor hem geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, geeft hij de spelers opdracht verder te gaan met bieden of spelen.

B. Reglementaire straf

Indien een onregelmatigheid duidelijk onder een spelregel valt waarin een straf is genoemd, legt hij die straf op en ziet erop toe dat die wordt ondergaan.

C. Keuze voor de speler

Als een spelregel een speler een keuze geeft uit meerdere straffen, legt de wedstrijdleider de mogelijkheden uit en ziet erop toe dat een straf wordt gekozen en ondergaan.

D. Keuze voor de wedstrijdleider

Als de Spelregels de wedstrijdleider een keuze geven tussen een specifieke straf en het toekennen van een arbitrale score, tracht hij een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken, waarbij hij over ieder twijfelachtig punt beslist in het voordeel van de niet-overtredende partij.

E. Straf naar eigen goeddunken

Als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden waarvoor geen straf in de Spelregels is voorzien, kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe als er redelijkerwijs een mogelijkheid bestaat dat de niet-overtredende partij benadeeld werd. De overtredende partij wordt in kennis gesteld van het recht op protest (zie artikel 81C9).


ARTIKEL 85 Beslissingen inzake feiten waarover geen overeenstemming bestaat

Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen moet hij, indien er geen overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk gaan:

A. Beoordeling door de wedstrijdleider

Als de wedstrijdleider van oordeel is dat hij de feiten juist heeft vastgesteld, beslist hij volgens artikel 84.

B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen

Als de wedstrijdleider niet in staat is de feiten tot zijn tevredenheid vast te stellen, moet hij een beslissing nemen die het voortgaan van het spelen mogelijk maakt en moet hij de spelers op de hoogte stellen van hun recht op protest.


PARAGRAAF III Herstel van onregelmatigheden Art.86 t/m 87

ARTIKEL 86 In viertallenwedstrijden

A. Arbitrale score bij het spelen om IMP

Als de wedstrijdleider besluit een kunstmatige arbitrale score van gemiddelde-plus of gemiddelde-min toe te kennen, bedraagt die score +3 IMP respectievelijk -3 IMP.

B. Niet-complementaire scores in wedstrijden volgens afvalsysteem

Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend. Het gemiddelde van de twee scores wordt dan aan beide deelnemers toegekend.

C. Vervangend bord

De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken om volgens artikel 6 een bord te laten overgeven, als het eindresultaat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.


ARTIKEL 87 Onklaar bord

A. Definitie

Een bord wordt als “onklaar” beschouwd als de wedstrijdleider vaststelt dat één of meer kaarten in een verkeerd vak zijn gestoken, zodanig dat deelnemers die rechtstreeks met elkaar vergeleken hadden moeten worden, het bord niet met dezelfde kaartverdeling hebben gespeeld.

B. Scoreberekening van het onklare bord

Bij het berekenen van de score van een onklaar bord stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast welke scores op het bord zijn behaald met de oorspronkelijke kaartverdeling en welke met de gewijzigde kaartverdeling. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in twee groepen en berekent elke groep afzonderlijk volgens de bepalingen gegeven door de organiserende instantie.

Voor sommige vormen van viertallenwedstrijden kan de organiserende instantie voorschrijven dat er opnieuw gegeven moet worden (zie artikel 6).


PARAGRAAF IV Straffen Art. 88 t/m 91

ARTIKEL 88 Toekennen van punten als schadeloosstelling

Indien in een individuele of parenwedstrijd een niet in overtreding zijnde deelnemer buiten zijn schuld gedwongen is een arbitrale score te accepteren, moet aan die deelnemer een minimum van 60% van de op het bord beschikbare matchpunten worden toegekend, of het percentage aan matchpunten dat hij op alle gedurende de zitting feitelijk gespeelde spellen gemiddeld behaalde, indien dit hoger is dan 60%.

ARTIKEL 89 Straffen in individuele wedstrijden

In individuele wedstrijden moet de wedstrijdleider de strafbepalingen van de Spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toepassen op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts één van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen procedurele straf in punten aan de partner van de overtreder opleggen, als volgens zijn mening deze partner in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.

ARTIKEL 90 Procedurele straffen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Naast het toepassen van de strafbepalingen van deze Spelregels mag de wedstrijdleider ook straffen geven voor iedere overtreding die het spel overmatig vertraagt of belemmert, andere deelnemers overlast bezorgt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van een arbitrale score aan een andere tafel noodzakelijk maakt.

B. Overtredingen onderworpen aan straf
Overtredingen die onderworpen zijn aan straf, zijn onder meer de volgende:
1. Te laat komen

de komst van een deelnemer na de aangekondigde aanvangstijd.

2. Langzaam spelen

het overmatig langzaam spelen van een deelnemer.

3. Luidruchtig bespreken

het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden gehoord.

4. Het vergelijken van scores

het ongeoorloofd vergelijken van de scores met een andere deelnemer.

5. Het aanraken van andermans kaarten

het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7).

6. Kaarten in een verkeerd vak steken

het steken van één of meer kaarten in een verkeerd vak van het bord.

7. Fouten in de gang van zaken

een foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt.

8. Geen medewerking

het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan een voorschrift van de wedstrijdleider.


ARTIKEL 91 Bestraffen of schorsen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven, is de wedstrijdleider met name bevoegd om disciplinaire straffen, uitgedrukt in punten, op te leggen of een deelnemer voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing van de wedstrijdleider in dit geval is definitief).

B. Recht van uitsluiting
De wedstrijdleider is uitdrukkelijk bevoegd om een speler om enigerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van het wedstrijdcomité of de organiserende instantie.