Sjabloon:1997:HX-IV
PARAGRAAF IV Straffen Art. 88 t/m 91
ARTIKEL 88 Toekennen van punten als schadeloosstelling
Indien in een individuele of parenwedstrijd een niet in overtreding zijnde deelnemer buiten zijn schuld gedwongen is een arbitrale score te accepteren, moet aan die deelnemer een minimum van 60% van de op het bord beschikbare matchpunten worden toegekend, of het percentage aan matchpunten dat hij op alle gedurende de zitting feitelijk gespeelde spellen gemiddeld behaalde, indien dit hoger is dan 60%.
ARTIKEL 89 Straffen in individuele wedstrijden
In individuele wedstrijden moet de wedstrijdleider de strafbepalingen van de Spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toepassen op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts één van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen procedurele straf in punten aan de partner van de overtreder opleggen, als volgens zijn mening deze partner in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.
ARTIKEL 90 Procedurele straffen
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Naast het toepassen van de strafbepalingen van deze Spelregels mag de wedstrijdleider ook straffen geven voor iedere overtreding die het spel overmatig vertraagt of belemmert, andere deelnemers overlast bezorgt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van een arbitrale score aan een andere tafel noodzakelijk maakt.
B. Overtredingen onderworpen aan straf
Overtredingen die onderworpen zijn aan straf, zijn onder meer de volgende:
1. Te laat komen
- de komst van een deelnemer na de aangekondigde aanvangstijd.
2. Langzaam spelen
- het overmatig langzaam spelen van een deelnemer.
3. Luidruchtig bespreken
- het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden gehoord.
4. Het vergelijken van scores
- het ongeoorloofd vergelijken van de scores met een andere deelnemer.
5. Het aanraken van andermans kaarten
- het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7).
6. Kaarten in een verkeerd vak steken
- het steken van één of meer kaarten in een verkeerd vak van het bord.
7. Fouten in de gang van zaken
- een foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt.
8. Geen medewerking
- het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan een voorschrift van de wedstrijdleider.
ARTIKEL 91 Bestraffen of schorsen
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven, is de wedstrijdleider met name bevoegd om disciplinaire straffen, uitgedrukt in punten, op te leggen of een deelnemer voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing van de wedstrijdleider in dit geval is definitief).
B. Recht van uitsluiting
De wedstrijdleider is uitdrukkelijk bevoegd om een speler om enigerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van het wedstrijdcomité of de organiserende instantie.