Sjabloon:1963:HVI TEN ONRECHTE VOORSPELEN: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
k (Beveiligde "Sjabloon:1963:HVI TEN ONRECHTE VOORSPELEN" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
 
Regel 1: Regel 1:
 
'''TEN ONRECHTE VOORSPELEN.''' Art.53 t/m 56</br>
 
'''TEN ONRECHTE VOORSPELEN.''' Art.53 t/m 56</br>
  
[[template:1963:53|Art. 53. Aanvaard onjuist voorspelen.]]</br>
+
{{template:1963:53|Art. 53. Aanvaard onjuist voorspelen.}}</br>
[[template:1963:54|Art. 54. Vóór de beurt uitkomen.]]</br>
+
{{template:1963:54|Art. 54. Vóór de beurt uitkomen.}}</br>
[[template:1963:55|Art. 55. Vóór de beurt voorspelen door de leider.]]</br>
+
{{template:1963:55|Art. 55. Vóór de beurt voorspelen door de leider.}}</br>
[[template:1963:56|Art. 56. Vóór de beurt voorspelen door een tegenstander.]]</br>
+
{{template:1963:56|Art. 56. Vóór de beurt voorspelen door een tegenstander.}}</br>

Huidige versie van 21 aug 2019 om 14:54

TEN ONRECHTE VOORSPELEN. Art.53 t/m 56

Artikel 53. Aanvaard onjuist voorspelen.

Ten onrechte voorspelen mag worden aanvaard als juist voorspelen. Het wordt een juist voorspelen, indien de leider of een tegenspeler, naar gelang van het geval dat zich voordoet, dit aanvaardt of een kaart bijspeelt, vóórdat de aandacht op de onregelmatigheid is gevestigd. Een aldus door de leider uit één der beide handen gespeelde kaart mag niet worden teruggenomen, tenzij het spelen er van een verzaking zou betekenen. Als zulk een kaart wordt gespeeld door de tegenspeler aan de rechterhand van degene, uit wiens hand ten onrechte was voorgespeeld, dan is art. 57 van toepassing.

Artikel 54. Vóór de beurt uitkomen.

Wanneer een tegenspeler vóór de beurt uitkomt:
a. en de leider de uitkomst aanvaardt, zoals geregeld is in art. 53 moet de hand van de blinde overeenkomstig art. 41 open gelegd worden en de tweede kaart van de slag moet gespeeld worden uit de hand van de leider; doch, indien de leider het eerst uit de hand van de blinde speelt, mag die kaart niet worden teruggenomen, behalve om een verzaking te herstellen;
b. en de leider mogelijk enige kaarten van de blinde kan hebben gezien (anders dan kaarten, die de blinde tijdens het bieden heeft getoond en die behandeld zijn volgens art. 23) dan moet hij de onjuiste uitkomst aanvaarden;
c. en de leider zijn kaarten begint uit te spreiden, alsof hij de blinde was 1) en daarbij één of meer kaarten toont en lid b. van dit artikel niet van toepassing is, dan moet de onjuiste uitkomst worden aanvaard. De leider behoort dan

zijn gehele hand open te leggen en de blinde wordt leider. Indien de leider van de tegenspeler vordert, dat hij zijn uitkomst vóór de beurt ongedaan maakt, dan is art. 56 van toepassing.


1) De leider behoort fatsoenshalve na te laten zijn kaarten welbewust open te leggen.

Artikel 55. Vóór de beurt voorspelen door de leider.

Wanneer de leider uit één der beide handen ten onrechte voorspeelt en één der tegenstanders van hem verlangt, dat hij de gespeelde kaart terugneemt, en
a. het de beurt was van één der tegenspelers om voor te spelen, dan mag de ten onrechte voorgespeelde kaart zonder straf worden teruggenomen;
b. de leider uit de verkeerde hand voorgespeeld heeft en uit de andere hand moest voorspelen, mag hij de abusievelijk voorgespeelde kaart opnemen; hij moet uit de juiste hand voorspelen en als straf geldt, dat hij zo mogelijk een kaart van dezelfde kleur moet spelen. Indien hij verzuimt deze verplichting na te komen als hij uit zijn eigen hand moet spelen, kan hem dit blootstellen aan straf volgens art. 65.

Artikel 56. Vóór de beurt voorspelen door een tegenstander.

Indien de leider vordert, dat een tegenspeler zijn vóór de beurt voorspelen ongedaan maakt:
a. mag de leider de ten onrechte voorgespeelde kaart als een strafkaart behandelen en zijn de voorzieningen van art. 50 van toepassing, of
b. mag de leider toestaan, dat de ten onrechte voorgespeelde kaart wordt opgenomen; en, indien de overtreding plaats vond:
1. bij de uitkomst of bij later voorspelen, terwijl de andere tegenstander had moeten voorspelen, geldt als straf, dat de leider van de maat van de overtreder mag vorderen een kaart van de kleur van de ten onrechte voorgespeelde kaart te spelen, of hem verbieden een kaart van die kleur te spelen, zolang hij aan slag blijft;
2. terwijl de leider uit zijn eigen hand of uit de blinde moest voorspelen, speelt de leider uit de juiste hand voor en geldt als straf, dat de leider van de maat van de overtreder kan vorderen, dat hij, de eerstvolgende maal, dat hij moet voorspelen, een kaart van de kleur van de ten onrechte gespeelde kaart speelt, dan wel hem verbieden een kaart van die kleur te spelen, zolang hij aan slag blijft.