Sjabloon:1963:HVII: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK.'''</big></br> (1). Grondbeginselen.</br> template:1963:HVII-2|(2). Overtreding van regels van e...')
 
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
<big>'''HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK.'''</big></br>
 
<big>'''HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK.'''</big></br>
  
[[template:1963:HVII-1|(1). Grondbeginselen.]]</br>
+
{{template:1963:HVII-1|(1). Grondbeginselen.}}</br>
[[template:1963:HVII-2|(2). Overtreding van regels van ethiek.]]</br>   
+
{{template:1963:HVII-2|(2). Overtreding van regels van ethiek.}}</br>   
[[template:1963:HVII-3|(3). Naleven van goede manieren.]]</br>
+
{{template:1963:HVII-3|(3). Naleven van goede manieren.}}</br>
[[template:1963:HVII-4|(4). Gebruik van conventies.]]</br>
+
{{template:1963:HVII-4|(4). Gebruik van conventies.}}</br>
[[template:1963:HVII-5|(5). Toeschouwers.]]</br>
+
{{template:1963:HVII-5|(5). Toeschouwers.}}</br>

Huidige versie van 21 aug 2019 om 14:58

HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK.

(1) Grondbeginselen.

Contact tussen de maats behoort tijdens de perioden van het bieden en het spelen uitsluitend te bestaan uit de bieding en de gespeelde kaarten zelf en niet de manier waarop dit geschiedt. Biedingen behoren op gelijkmatige toon te worden uitgesproken, zonder bijzondere klemtoon of stembuiging en zonder onnodige haast of aarzeling. Ook het spelen behoort zonder nadruk, gebaren of bijzondere gedragingen te geschieden en zoveel mogelijk in een gelijkmatig tempo.
Het opzettelijk overtreden van de spelregels is een ernstige inbreuk op de normen van fatsoen, ook als daarop straf is gesteld, die men bereid is te ondergaan. De overtreding kan te ernstiger zijn, indien geen bepaalde straf is voorgeschreven (zie de strekking der spelregels op bladz. 9).
Een speler behoort er zich zorgvuldig van te onthouden voordeel te trekken uit een onbehoorlijke gedraging van zijn partij. Hoewel men zijn bieden en spelen niet mag laten beïnvloeden door een aarzeling, een opmerking of bijzonder gedrag van zijn maat, is het niet ongepast uit een niet-uitgelokte aarzeling, opmerking of bijzonder gedrag van een tegenstander gevolgtrekkingen te maken, doch zulks geheel op eigen risico.
Er bestaat geen verplichting de aandacht te vestigen op een onbewuste overtreding van de spelregels door de eigen partij; maar een speler behoort na te laten te trachten de overtreding geheim te houden, zoals b.v. door opnieuw te verzaken, door het verbergen van een kaart, waarmee verzaakt is, of door het voortijdig de kaarten door elkaar te mengen.
Het is wel geoorloofd de maat te waarschuwen tegen het overtreden van de spelregels, bijvoorbeeld tegen verzaken en tegen het voor de beurt bieden en spelen.

(2) Overtreding van regels van ethiek.

De volgende handelingen behoren zorgvuldig te worden vermeden en worden, indien opzettelijk gepleegd, geacht een inbreuk te zijn op de ethiek:
a. een opmerking, vraag, gebaar of bijzondere gedraging, die voor de maat een inlichting zou kunnen betekenen of een tegenstander zou kunnen misleiden;
b. een bieding met bijzondere nadruk, stembuiging, haast of onnodige aarzeling;
c. spelen met bijzondere nadruk, onnodige haast of onredelijke vertraging als deze handeling een inlichting voor de maat zou kunnen betekenen of een tegenstander zou kunnen misleiden;
d. enig teken van goed- of afkeuring geven over een bieding van de maat of van voldoening over een bieding van een tegenstander;
e. geven van een aanduiding, dat men verwacht of van plan is een slag te winnen of te verliezen, vóórdat de slag voltooid is;
f. de kaarten dooreen mengen voordat omtrent het resultaat van het spel overeenstemming is verkregen;
g. commentaar of handeling gedurende de bied- of speelperiode, die de aandacht vestigt op een voorval in die perioden, op de stand van de score of op het aantal reeds gewonnen of verloren slagen.

(3) Naleving van goede manieren.

Een speler behoort te allen tijde tegenover zijn maat en tegenstander hoffelijke manieren in acht te nemen. Hij behoort zorgvuldig te vermijden een opmerking te maken of een handeling te doen, die een andere speler ergernis of hinder zou kunnen bezorgen of die het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.
Iedere speler behoort een onveranderlijke correcte wijze van bieden en spelen in acht te nemen, aangezien een afwijking van de juiste normen het ordelijk verloop van het spel kan verstoren.
Een speler dient zich te onthouden van:
a. het gebruik van verschillende uitdrukkingen voor dezelfde bieding 1);
b. veelvuldig herzien van biedingen of gespeelde kaarten tengevolge van eigen onoplettendheid;
c. ongevraagd inlichtingen geven, die slechts als antwoord op een gestelde vraag verstrekt behoren te worden;
d. aandachtig kijken naar een andere speler gedurende de bied- of speelperiode of naar de hand van een andere speler zoals bijv. met de bedoeling vast te stellen van welke plaats de te spelen kaart uit de hand wordt genomen;
e. tijdens het spelen ongevraagd commentaar leveren op het bieden of op de juistheid van het contract;
f. met de maat van hand wisselen, of zijn hand aan de maat laten zien, ongeacht of men de kans loopt hiervoor straf te krijgen;
g. een kaart uit zijn hand nemen, vóórdat het zijn beurt is om voor- of bij te spelen;
h. wanordelijk rangschikken van gespeelde kaarten, waardoor het moeilijk kan zijn de volgorde vast te stellen, waarin zij gespeeld zijn;
i. slagen opeisen of afstaan indien er nog twijfel bestaat omtrent de afloop van het spel.

1) In Nederland moet het bieden volgens het wedstrijdreglement geschieden door het aantal trekken en de speelsoort te noemen of door het gebruik van één der woorden: pas. doublet of redoublet. Dus b.v. één klaveren, twee ruiten, drie sans-atout.

(4) Gebruik van conventies.

Het is onwelvoeglijk bij het bieden of het spelen enigerlei conventie te gebruiken, waarvan de betekenis mogelijk door de tegenstanders niet zal worden begrepen.
Bied- of speelconventies behoren aan de tegenstanders te worden uitgelegd vóórdat één der spelers zijn kaarten heeft ingezien (zie art. 40).
Elke organisatie, die een wedstrijd uitschrijft, een vereniging, een wedstrijdcomité of een groep van spelers, die contract-bridge speelt, mag het gebruik van conventies in het spel, dat onder hun auspiciën plaats vindt, beperken.

(5) Toeschouwers.

Een toeschouwer moet zich onthouden van ongevraagde opmerkingen of bijzondere gedragingen, van welke aard ook. Hij behoort na te laten om de aandacht te vestigen op een onregelmatigheid of een vergissing, of mee te spreken over enige zaak of reglementsartikel, behalve indien hem dit door de wedstrijdleider wordt gevraagd.