Sjabloon:1963:HVI ONGERECHTIGD VOOR- OF BIJSPELEN: verschil tussen versies
Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''ONGERECHTIGD VOOR- OF BIJSPELEN.''' Art. 57 t/m 60</br> Art. 57. Voortijdig voor- of bijspelen door een tegenspeler.</br> template:1963:5...') |
|||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''ONGERECHTIGD VOOR- OF BIJSPELEN.''' Art. 57 t/m 60</br> | '''ONGERECHTIGD VOOR- OF BIJSPELEN.''' Art. 57 t/m 60</br> | ||
− | + | {{template:1963:57|Art. 57. Voortijdig voor- of bijspelen door een tegenspeler.}}</br> | |
− | + | {{template:1963:58|Art. 58. Gelijktijdig voor- of bijspelen.}}</br> | |
− | + | {{template:1963:59|Art. 59. Niet kunnen voor- of bijspelen, zoals vereist.}}</br> | |
− | + | {{template:1963:60|Art. 60. Bijspelen na een onjuist vóór- of bijspelen.}}</br> |
Huidige versie van 21 aug 2019 om 14:55
ONGERECHTIGD VOOR- OF BIJSPELEN. Art. 57 t/m 60
Artikel 57. Voortijdig voor- of bijspelen door een tegenspeler.
- Indien een tegenspeler in de volgende slag voorspeelt, voordat zijn maat in de lopende slag heeft bijgespeeld, of in de lopende slag voor zijn beurt heeft bijgespeeld vóórdat zijn maat heeft gespeeld, dan geldt als straf, dat de leider van de maat van de overtreder mag vorderen te spelen:
- a. zijn hoogste kaart van de voorgespeelde kleur; of
- b. zijn laagste kaart van de voorgespeelde kleur; of
- c. een kaart van een andere, door de leider voorgeschreven kleur.
- De leider moet één van deze mogelijkheden kiezen en indien de maat van de overtreder niet aan de gekozen straf kan voldoen, mag hij elke kaart spelen, zoals geregeld is in art. 59. Indien als gevolg van de toepassing van de straf, de maat van de overtreder de lopende slag wint, moet hij in de volgende slag voorspelen en elke kaart, vóór de beurt voor- of bijgespeeld door de andere tegenspeler wordt een strafkaart (art. 50).
- Een tegenspeler is niet aan straf onderworpen wegens het spelen vóórdat zijn maat heeft bijgespeeld, indien de leider uit beide handen heeft gespeeld; maar een enkel aanwezige kaart van de gespeelde kleur in de blinde of één van twee of meer opvolgende kaarten wordt niet geacht automatisch te zijn gespeeld, tenzij de blinde zo'n kaart heeft gespeeld of onrechtmatig geopperd heeft haar te spelen (zie art. 45).
Artikel 58. Gelijktijdig voor- of bijspelen.
- Indien een speler gelijktijdig voor- of bijspeelt met een juist voor- of bijspelen van een andere speler geldt zijn kaart als daarna gespeeld.
- Indien een tegenspeler twee of meer kaarten gelijktijdig vooraf bijspeelt en er slechts één van die kaarten zichtbaar is, moet hij die kaart spelen; indien meer dan één kaart getoond is, moet hij te kennen geven, welke kaart hij wenst te spelen en elke andere getoonde kaart wordt een strafkaart (art. 50).
- Indien de leider uit één der handen twee of meer kaarten gelijktijdig voor- of bijspeelt en er slechts één van die kaarten zichtbaar is, moet hij die kaart spelen; indien meer dan één kaart getoond is, moet hij te kennen geven, welke kaart hij wenst te spelen en moet hij elke andere kaart in de juiste hand terugnemen. Een tegenspeler, die reeds had bijgespeeld bij de enige zichtbare kaart, mag zijn kaart desgewenst zonder straf terugnemen en door een andere vervangen.
- Indien de fout onopgemerkt blijft tot beide partijen in de volgende slag hebben gespeeld, dan is art. 68 van toepassing.
Artikel 59. Niet kunnen voor- of bijspelen, zoals vereist is.
- Indien een speler niet kan spelen, zoals vereist is om aan een straf te voldoen omdat:
- - hij geen kaart van de voorgeschreven kleur heeft, of
- - hij slechts kaarten heeft van de kleur, die hij reglementair niet mag voorspelen, of
- - hij moet bekennen,
- dan mag hij elke juiste kaart spelen. Aan de straf is dan voldaan, behalve dat de verplichting, om een strafkaart bij de eerste reglementair juiste gelegenheid te spelen, blijft bestaan.
Artikel 60. Bijspelen na een onjuist vóór- of bijspelen.
- Het bijspelen door een speler van de niet-overtredende partij, nadat zijn rechter-tegenspeler vóór de beurt of voortijdig heeft vóór of bijgespeeld en voordat hiervoor straf is opgelegd, doet het recht op bestraffing van de overtreding te niet gaan. Het ongerechtigd spelen wordt als gerechtigd behandeld, tenzij een verzaking is begaan. Indien de overtredende partij nog een vroegere verplichting had om voor straf een bepaalde speelwijze te volgen, dan blijft die verplichting tot latere beurten bestaan (zie artikelen 52 en 65).
- Indien een tegenspeler een kaart speelt, nadat van de leider is gevorderd zijn vóór de beurt uit één der beide handen voorgespeelde kaart terug te nemen, maar vóórdat de leider uit de juiste hand heeft voorgespeeld, dan wordt deze kaart van de tegenspeler een strafkaart (art. 50). Het spelen door een lid van de overtredende partij, vóórdat er straf is opgelegd, beïnvloedt de rechten van de tegenspelers niet en kan op zichzelf aanleiding zijn tot straf.