Sjabloon:1963:HV ONREGELMATIGHEDEN

ONREGELMATIGHEDEN. Art. 23 t/m 27

Artikel 23. Een getoonde kaart tijdens het bieden.

Indien tijdens het bieden een speler een kaart op tafel legt of een kaart zodanig vasthoudt, dat zijn maat de beeldzijde ervan kan zien, moet de wedstrijdleider vorderen, dat iedere -zodanige kaart open op tafel blijft liggen tot het bieden is gesloten; en:

a. indien het slechts één kaart is, lager dan een honneur en niet voortijdig gespeeld, dan bestaat er geen straf en mag de kaart, nadat het bieden is gesloten, weer worden opgenomen;

b. indien het een honneur is of het zijn meer kaarten dan één, of het is een voortijdig gespeelde kaart, dan geldt als straf, dat de maat van de overtreder de eerste maal, dat het zijn beurt is om te bieden moet passen; bovendien mag de leider, indien de overtreder tegenspeler wordt, elke zodanige kaart als strafkaart behandelen (art. 50).

Artikel 24. Onmiddellijke verbetering van een bieding.

Een speler mag zijn voorgenomen bieding in de plaats stellen van een door hem bij vergissing gedane bieding, mits hij dit zonder onderbreking doet. Indien de laatste bieding juist is, is deze geldig en is er geen straf; indien onjuist, dan is hij onderworpen aan het toepasselijke artikel der spelregels.

Artikel 25. Wijziging van een bieding.

Een bieding, gedaan ter vervanging van een eerder in dezelfde beurt gedane bleding, maar te laat om als verbetering te gelden volgens art. 24, wordt gannuleerd; en:

a. indien de eerste bieding onjuist was is de overtreder onderworpen aan het gestelde in het toepasselijke artikel;

b. indien de eerste bieding juist was moet de overtreder óf:

1. zijn eerste bieding handhaven en geldt als straf, dat zijn maat moet passen de eerste maal, dat hij aan de beurt is om te bieden;

2. een juiste bieding doen en dan geldt als straf, dat zijn partner verder moet passen.

De maat van de overtreder kan bovendien worden verplicht tot voorspelen volgens het voorgeschrevene in art. 26.

Artikel 26. Ongeoorloofde inlichting verstrekt door wijziging van de bieding.

Indien een speler een speelsoort noemt, welke niet voorkomt in de bieding, die hij in die beurt tenslotte doet (zoals bij wijziging van een bod of bij het doen of verbeteren van een onjuist bod ¹⁾ en hij wordt later tegenspeler;

en:

a. indien de ten onrechte genoemde speelsoort een kleur was, geldt als straf, dat de leider de maat van de overtreder mag verbieden de eerste maal, dat hij mag voorspelen - de uitkomst inbegrepen - die kleur te spelen; dit geldt zo lang die maat aan slag blijft;

b. indien de ten onrechte genoemde speelsoort Sans-Atout was en de maat van de overtreder moet uitkomen, dan geldt als straf, dat de leider van de maat van de overtreder mag vorderen in een door de leider voorgeschreven kleur uit te komen.

Indien een speler een andere bieding in de plaats heeft gesteld van een doublet of een redoublet dan zijn de straffen genoemd in art. 27 onder (c) van toepassing.

---

1) behalve. zoals toegestaan volgens art. 24.

Artikel 27. Onvoldoende bod.

Een op de beurt gedaan onvoldoend bod moet worden verbeterd, indien een tegenstander daarop de aandacht vestigt, en wel door vervanging van het bod door een voldoende bod of door een "pas" ¹⁾. Het mag niet worden vervangen door een doublet of door een redoublet. Indien de in de plaats gestelde bieding:

a. het laagste voldoende bod is in de genoemde speelsoort dan gaat het bieden door, alsof er geen onregelmatigheid had plaats gehad;

b. enig ander voldoende bod is, geldt als straf, dat de maat van de overtreder verder moet passen;

c. "pas" is, geldt als straf, dat de maat van de overtreder verder moet passen; bovendien mag de leider, indien de maat van de overtreder moet uitkomen:

1. vorderen, dat de maat van de overtreder in een door de leider voorgeschreven kleur uitkomt; of

2. verbieden, dat de maat van de overtreder in een door de leider te noemen kleur uitkomt; dit verbod blijft bestaan zolang als de maat van de overtreder aan slag blijft.

Indien een overtreder toch poogt een doublet of redoublet in de plaats te stellen van het onvoldoende bod moet deze bieding worden geannuleerd; hij moet dan passen en de overtreding is onderworpen aan de straf, vermeld onder c. van dit artikel.

Indien een speler voor de beurt een onvoldoende bod doet is art. 31 van toepassing.

---

1) De overtreder heeft het recht de bied ing. welke hij in die beurt ten slotte wil doen, uit te kiezen, nadat de toepasselijke straffen vermeld zijn, en elke bieding die hij tevoren als vervanging heeft trachten te doen, wordt geannuleerd, maar art. 26 kan toepassing vinden.