Sjabloon:2007:73

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 73 Communicatie tussen de partners
A. Correcte communicatie tussen de partners

  1. Communicatie tussen de partners tijdens het bieden en het spelen mag uitsluitend plaatsvinden door het doen van biedingen en het spelen van kaarten.
  2. Het bieden en het spelen behoren te worden gedaan zonder overmatige nadruk, stembuiging of gedraging en zonder overmatige aarzeling of haast. Het Bondsbestuur kan echter verplichte pauzes voorschrijven, bijvoorbeeld tijdens de eerste biedronde, na een sprongbod of bij de eerste slag.

B. Incorrecte communicatie tussen de partners

  1. Partners mogen geen informatie uitwisselen door middel van bijvoorbeeld de manier waarop biedingen worden gedaan of kaarten worden gespeeld, bijzondere opmerkingen of gebaren of door het al dan niet stellen van vragen aan de tegenstanders of door al dan niet alerteren of de wijze van uitleg geven.
  2. De zwaarst mogelijke inbreuk is het uitwisselen van informatie tussen de partners door middel van vooraf overeengekomen, niet door de spelregels toegestane communicatiemethoden.

C. Speler ontvangt ongeoorloofde informatie van zijn partner
Indien een speler beschikt over ongeoorloofde informatie van zijn partner, zoals bijvoorbeeld voortkomend uit een opmerking, vraag, uitleg, gebaar, gedraging, overmatige nadruk, stembuiging, haast of aarzeling van zijn partner, een onverwachte alert of het niet alerteren, moet hij zorgvuldig vermijden enig voordeel te trekken uit die ongeoorloofde informatie.

D. Variëren van tempo of handelwijze

  1. Het is gewenst, hoewel niet altijd noodzakelijk, dat spelers een regelmatig tempo en eenzelfde handelwijze aanhouden. Spelers moeten nochtans extra voorzichtig zijn als variaties hun een voordeel kunnen opleveren. In andere gevallen is het onopzettelijk variëren van het tempo of de manier van bieden of spelen op zichzelf geen inbreuk op de gedragsregels. Gevolgtrekkingen mogen slechts door een tegenstander worden gemaakt en dan voor eigen risico.
  2. Een speler mag niet proberen een tegenstander te misleiden door woord of gebaar, door haast of aarzeling bij het bieden of spelen (zoals het aarzelen met een singleton) of door de manier van bieden of spelen of door enige andere opzettelijke afwijking van de correcte manier van handelen.

E. Misleiding
Een speler mag op een gepaste wijze proberen een tegenstander te misleiden door een bieding of speelwijze (zolang die niet berust op een geheime afspraak of op ervaring met de partner).

F. Overtreding van de gedragsregels
Indien een overtreding van de gedragsregels die in dit artikel zijn beschreven, leidt tot nadeel voor een niet in overtreding zijnde tegenstander en als de wedstrijdleider van oordeel is dat een niet in overtreding zijnde speler een onjuiste gevolgtrekking heeft ge-maakt uit een woord, gebaar, tempo of iets dergelijks van een tegenstander die hiervoor geen duidelijke bridgetechnische reden had en die ten tijde van zijn handeling kon weten dat hij hiervan voordeel zou kunnen hebben, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C).