Sjabloon:1997:HVI5

Uit Spelregels voor tafelarbiters

DEEL V OPEISEN EN AFSTAAN VAN SLAGEN Art. 68 t/m 71

ARTIKEL 68 Opeisen en afstaan van slagen

Een uitlating of handeling wordt slechts als opeisen of afstaan van slagen beschouwd volgens deze Spelregels als ze betrekking heeft op slagen na de lopende slag 1). Wordt aan deze voorwaarde voldaan, dan is het onderstaande van toepassing.

A. Omschrijving van opeisen van slagen (claim)

Elke verklaring van een speler dat hij een bepaald aantal slagen zal maken, geldt als opeisen van die slagen. Dit is ook het geval als hij voorstelt het spelen te bekorten of als hij zijn kaarten laat zien (tenzij hij duidelijk niet van plan was slagen op te eisen).

B. Omschrijving van afstaan van slagen

Elke verklaring van een speler dat hij een bepaald aantal slagen zal verliezen, geldt als het afstaan van die slagen; het opeisen van een bepaald aantal slagen impliceert het afstaan van de eventuele overige slagen. Een speler staat alle overige slagen af als hij zich gewonnen geeft. Als een tegenspeler één of meer slagen wil afstaan en zijn partner maakt onmiddellijk bezwaar daartegen, dan zijn, ongeacht het voorafgaande, geen slagen afgestaan; artikel 16 - Ongeoorloofde informatie - kan van toepassing zijn, dus behoort de wedstrijdleider direct te worden ontboden.

C. Bij opeisen is een toelichting vereist

Het opeisen behoort onmiddellijk vergezeld te gaan van een toelichting aangaande de volgorde waarin de kaarten gespeeld zullen worden, de speelwijze of de verdediging waarmee de eiser meent de opgeëiste slagen te maken.

D. Het spelen wordt gestaakt

Na elk opeisen of afstaan van slagen wordt er niet meer gespeeld. De wedstrijdleider moet verder spelen annuleren. Als men instemt met het opeisen of afstaan, is artikel 69 van toepassing. Als dit door een speler, met inbegrip van de blinde, wordt betwist, moet de wedstrijdleider onmiddellijk ontboden worden om artikel 70 of 71 toe te passen, en bovendien mag er geen enkele handeling plaatsvinden totdat hij aanwezig is.


1) Als de uitlating of handeling alleen betrekking heeft op het wel of niet maken van de onvoltooide lopende slag, gaat het spelen normaal verder. Kaarten die door een tegenspeler gehoord of genoemd zijn, worden geen strafkaarten, maar artikel 16 - Ongeoorloofde informatie - kan van toepassing zijn; zie eveneens artikel 57A - Voortijdig spelen.

ARTIKEL 69 Het instemmen met het opeisen of afstaan van slagen

A. Instemming

Onder instemming wordt verstaan dat een speler het eens is met het opeisen of afstaan van slagen door een tegenstander en hiertegen geen bezwaar aantekent voordat zijn partij een bieding doet in een volgend spel, of voor het einde van de ronde. De score op het bord wordt berekend alsof het spel normaal gespeeld is.

B. Instemming met opeisen wordt herzien

Binnen de periode van herstel, vastgesteld in overeenstemming met artikel 79C, mag een speler zijn instemming met het opeisen door een tegenstander herzien, maar alleen als hij ingestemd heeft met het verlies van een slag die zijn partij daadwerkelijk heeft gemaakt of met het verlies van een slag die volgens het oordeel van de wedstrijdleider bij een normale 1) voortzetting van het spelen niet verloren had kunnen gaan. De score op het bord wordt opnieuw berekend, waarbij een dergelijke slag wordt toegekend aan de partij die hem aanvankelijk had afgestaan.


1) Voor het gebruik van de artikelen 69, 70 en 71 geldt dat "normaal" omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, gezien het niveau van de betrokken speler, maar niet dwaas.


ARTIKEL 70 Betwist opeisen

A. Algemene doelstelling

Bij het beslissen over een betwist opeisen stelt de wedstrijdleider het resultaat op het spel voor beide partijen zo billijk mogelijk vast, maar elk twijfelachtig punt dient in het nadeel van de eiser te worden beslist. De wedstrijdleider gaat als volgt te werk:

B. Herhalen van de toelichting

1. Eiser moet toelichting herhalen

De wedstrijdleider verlangt van de eiser dat hij de toelichting die hij bij zijn opeisen gegeven heeft, herhaalt.

2. Openleggen van alle handen

Vervolgens verlangt de wedstrijdleider van alle spelers dat zij hun overgebleven kaarten met de beeldzijde naar boven op de tafel neerleggen.

3. Aanhoren van bezwaren

Daarna luistert de wedstrijdleider naar de bezwaren die de tegenstanders tegen het opeisen hebben.

C. Tegenpartij heeft nog een troef

Als één van de tegenstanders nog een troef heeft, moet de wedstrijdleider hun nog een of meerdere slagen toekennen indien voldaan wordt aan de volgende drie voorwaarden gezamenlijk:
1. Verzuim de troef te noemen

Eiser maakte geen melding van die troef; en

2. Troef waarschijnlijk vergeten

Het is aannemelijk dat de eiser op het moment van zijn claim vergeten was dat de tegenpartij nog een troef had; en

3. Troef kon mogelijk een slag maken

Bij een normale 1) speelwijze zou met die troef een slag gemaakt kunnen worden.

1) Voor het gebruik van de artikelen 69, 70 en 71 geldt dat "normaal" omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, gezien het niveau van de betrokken speler, maar niet dwaas.

D. Eiser stelt andere speelwijze voor

Indien de eiser een succesvolle speelwijze voorstelt die niet was opgenomen in zijn oorspronkelijke toelichting, mag de wedstrijdleider die niet accepteren als er een alternatieve normale 1) speelwijze is die minder succesvol zou zijn.


1) Voor het gebruik van de artikelen 69, 70 en 71 geldt dat "normaal" omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, gezien het niveau van de betrokken speler, maar niet dwaas.

E. Niet genoemde speelwijze (snijden of slaan)

Als de eiser een nog niet genoemde speelwijze voorstelt waarbij het succes afhankelijk is van het ontdekken of een bepaalde kaart al dan niet in de hand van een bepaalde tegenstander aanwezig is, mag de wedstrijdleider dit niet accepteren, tenzij een tegenstander niet heeft bekend in die kleur voordat slagen werden opgeëist, of later niet zou bekennen bij iedere normale 1) speelwijze, of tenzij het dwaas zou zijn die speelwijze niet te volgen.


1) Voor het gebruik van de artikelen 69, 70 en 71 geldt dat "normaal" omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, gezien het niveau van de betrokken speler, maar niet dwaas.


ARTIKEL 71 Het afstaan van slagen geannuleerd

Indien eenmaal slagen afgestaan zijn, moet dit gehandhaafd blijven, behalve wanneer binnen de periode van herstel vastgesteld in overeenstemming met artikel 79C, de wedstrijdleider het afstaan van slagen moet annuleren, namelijk als:

A. Slag kan niet verloren gaan

Een speler een slag heeft afgestaan die zijn partij daadwerkelijk had gemaakt, of die niet verloren had kunnen gaan bij een reglementaire voortzetting van het spelen.

B. Contract reeds gemaakt of down gespeeld

De leider zegt down te zijn in een contract, terwijl hij het al gemaakt had, of een tegenspeler zegt dat een contract is gemaakt, terwijl zijn partij het al down had gespeeld.

C. Afstaan is onaannemelijk

Een speler een slag heeft afgestaan die niet verloren kan gaan bij een normale 1) voortzetting van het spelen. Totdat de partij die een slag heeft afgestaan een bieding doet in een volgend spel, respectievelijk tot het einde van de ronde, moet de wedstrijdleider het afstaan van een slag ook annuleren wanneer deze slag bij een normale 1) voortzetting van het spelen niet verloren had kunnen gaan. 2)


1) Voor het gebruik van de artikelen 69, 70 en 71 geldt dat "normaal" omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, gezien het niveau van de betrokken speler, maar niet dwaas.
2) Noot KAvdW: Conform een beslissing van de WBF is de tekst vanaf "Totdat ..." tot het einde doorgehaald: zie WW68, blz.21.