Sjabloon:1997:74A

Uit Spelregels voor tafelarbiters

A. Juiste houding

1. Hoffelijkheid

Een speler behoort zich altijd hoffelijk te gedragen.

2. Optreden

Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of handeling te vermijden, die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.

3. Naleving van correcte gang van zaken

Iedere speler behoort steeds op dezelfde correcte wijze te bieden en te spelen.