Sjabloon:1982:HVI3

Uit Spelregels voor tafelarbiters

Ten onrechte voorspelen

Artikel 53. Aanvaarden van voor de beurt voorspelen

Elke met de beeldzijde naar boven voor de beurt voorgespeelde kaart kan als juist voorgespeeld worden behandeld. Het wordt een juist voorspelen indien de leider of een van de tegenspelers, naar gelang het geval zich voordoet, het aanvaardt of als de volgende speler speelt na dit onjuist voorspelen 1). Artikel 57 is van toepassing indien zo'n kaart wordt gespeeld door een tegenspeler rechts van de speler, die voor de beurt voorspeelde.
Echter, indien het eigenlijk de beurt is van een tegenstander van de overtreder om voor te spelen, kan deze tegenstander na de overtreding op juiste wijze voorspelen, zonder dat zijn kaart geacht wordt te zijn gespeeld bij de voor de beurt voorgespeelde kaart. Het juiste voorspelen wordt gehandhaafd en alle kaarten, die volgend op de vergissing in deze slag zijn gespeeld, kunnen straffeloos worden teruggenomen. Zie artikel 47.

1) De leider of een van de tegenspelers kan het voorspelen aanvaarden door dit nadrukkelijk te verklaren. Indien deze verklaring niet is gegeven, moet de wedstrijdleider voorschrijven, dat uit de juiste hand wordt voorgespeeld.
Artikel 54. Voor de beurt uitkomen

Wanneer een tegenspeler voor zijn beurt uitkomt met de beeldzijde naar boven en de leider:
a. deze uitkomst aanvaardt zoals voorzien in artikel 53, wordt de hand van de blinde overeenkomstig artikel 41 opengelegd en de tweede kaart van de slag wordt gespeeld uit de hand van de leider, doch als de leider het eerst uit de hand van de blinde speelt mag deze kaart niet worden teruggenomen, behalve om een verzaking te herstellen;
b. mogelijk één of meer kaarten van de blinde heeft gezien (behalve kaarten, die de blinde tijdens het bieden heeft getoond en die behandeld zijn volgens artikel 23), moet hij deze onjuiste uitkomst aanvaarden;
c. zijn kaarten begint uit te spreiden alsof hij de blinde was 1) en daarbij één of meer kaarten toont en indien lid b van dit artikel niet van toepassing is, dan moet de uitkomst worden aanvaard en moet de leider zijn gehele hand open leggen en wordt de blinde leider.
Indien de leider van de tegenspeler vordert, dat hij zijn uitkomst voor de beurt terugneemt, is artikel 56 van toepassing.

1) De leider behoort fatsoenshalve na te laten zijn kaarten open te leggen wanneer hij weet dat hij de leider is
Artikel 55. Voor de beurt voorspelen door de leider

Wanneer de leider uit zijn hand of die van de blinde voor de beurt voorspeelt en één der tegenspelers van hem verlangt, dat hij de gespeelde kaart terugneemt en:
a. het de beurt was van een tegenspeler om voor te spelen, mag de leider de ten onrechte voorgespeelde kaart straffeloos in zijn hand of die van de blinde terugplaatsen;
b. de leider uit de verkeerde hand heeft voorgespeeld terwijl hij uit de andere hand moest voorspelen, mag hij de ten onrechte voorgespeelde kaart terugnemen; hij moet uit de juiste hand voorspelen en (als straf) zo mogelijk een kaart van dezelfde kleur. Verzuim deze verplichting na te komen bij het spelen uit zijn eigen hand kan hem blootstellen aan straf volgens artikel 64.

Artikel 56. Voor de beurt voorspelen door een tegenspeler

Wanneer de leider van een tegenspeler vordert, dat hij zijn voor de beurt voorgespeelde kaart terugneemt, wordt deze kaart een strafkaart en is artikel 50 van toepassing.