Sjabloon:1982:HII

Uit Spelregels voor tafelarbiters

HOOFDSTUK II INLEIDENDE BEPALINGEN Art. 1 t/m 5

Artikel 1. Het spel kaarten, de volgorde der kaarten en kleuren

Wedstrijd bridge wordt gespeeld met een spel van 52 kaarten, bevattende 13 kaarten van elk der vier kleuren. De kleuren zijn in afdalende volgorde: Schoppen (♠), Harten (♥), Ruiten (♦), Klaveren (♣). De kaarten van elke kleur zijn in afdalende volgorde: aas, heer, vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2.

Artikel 2. De wedstrijdborden

Een wedstrijdbord, bevattende een spel, is ter beschikking voor elke gift, welke gedurende een zitting moet worden gespeeld. Ieder bord is genummerd en bevat vier vakken voor het opbergen van de vier handen, aangeduid met Noord, Zuid, Oost en West. De gever en de kwetsbaarheid zijn als volgt vastgesteld:
Noord gever Borden 1 5 9 13
Oost gever Borden 2 6 10 14
Zuid gever Borden 3 7 11 15
West gever Borden 4 8 12 16
Niemand kwetsbaar Borden 1 8 11 14
Noord-Zuid kwetsbaar Borden 2 5 12 15
Oost-West kwetsbaar Borden 3 6 9 16
Allen kwetsbaar Borden 4 7 10 13
Dezelfde volgorde geldt voor de borden 17 - 32 en voor elke volgende groep van 16 borden.

Artikel 3. Schikking van de tafels

Aan elke tafel spelen vier spelers. De tafels worden genummerd volgens een door de wedstrijdleider vastgestelde volgorde. Hij wijst de noord richting aan; de andere windrichtingen volgen op de normale wijze uit de plaats van Noord.

Artikel 4. Partners

De vier spelers aan elke tafel vormen twee partijen of paren; Noord-Zuid tegen Oost-West. Aan paren of viertallenwedstrijden nemen de spelers deel als paren of als viertallen en behouden dezelfde samenstelling gedurende een zitting. 1) Aan individuele wedstrijden neemt elke speler afzonderlijk deel en gedurende een zitting wordt van partner gewisseld.

1) Behalve in geval van invallers, toegestaan door de wedstrijdleider.

Artikel 5. Aanwijzing der plaatsen

Bij het begin van een zitting wijst de wedstrijdleider elke deelnemer (persoon, paar of viertal) zijn plaats aan. Tenzij anders voorgeschreven mogen de leden van een paar of viertal in onderling overleg uitmaken welke van de hun toegewezen plaatsen door ieder van hen zal worden ingenomen.
Nadat een bepaalde windrichting is gekozen, kan een speler deze nog slechts op aanwijzing of met toestemming van de wedstrijdleider veranderen.
De spelers veranderen van windrichting of begeven zich naar een andere tafel volgens de aanwijzingen van de wedstrijdleider.
De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor duidelijke bekendmaking van de aanwijzingen; elke speler is ervoor verantwoordelijk, dat hij op de juiste tijd en op de voorgeschreven wijze van plaats wisselt en dat hij na elke wisseling de juiste plaats inneemt.