Sjabloon:1982:65

Uit Spelregels voor tafelarbiters

Artikel 65. Rangschikken van de slagen

Indien in een slag vier kaarten zijn gespeeld, legt elke speler zijn eigen kaart met de beeldzijde naar beneden op de rand van de tafel voor zich. Indien zijn partij de slag heeft gewonnen, wordt de kaart met de smalle zijde naar zijn partner neergelegd; indien de tegenstanders de slag hebben gewonnen, wordt de kaart met de smalle zijde in hun richting neergelegd.
Elke speler moet zijn kaarten in een ordelijke rij rangschikken, zodat zij elkaar in de gespeelde volgorde gedeeltelijk bedekken, teneinde het nazien van het spel na beëindiging mogelijk te maken, zonodig om. vast te kunnen stellen hoeveel slagen elk paar heeft gemaakt of in welke volgorde de kaarten zijn gespeeld. Een speler behoort de volgorde van zijn gespeelde kaarten niet te verstoren voordat overeenstemming is bereikt omtrent het aantal gewonnen slagen. Indien een speler zijn kaarten niet op de juiste wijze rangschikt of de volgorde van zijn gespeelde kaarten verstoort, kan hij zijn recht op het opeisen van omstreden slagen of het aantonen van een verzaking in gevaar brengen. Elke speler kan verlangen dat een onjuist neergelegde kaart in de juiste richting wordt gedraaid.