Sjabloon:1975:11

Artikel 11. Het verlies van het recht straf te vorderen

Het recht straf te vorderen wegens een onregelmatigheid kan verloren gaan, indien de speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt alvorens de wedstrijdleider te ontbieden. Het gaat in ieder geval verloren, indien hij biedt (artikel 34) of speelt (artikel 60) nadat door zijn rechter tegenstander een onregelmatigheid is begaan en voordat een wettige straf is bepaald en opgelegd.

Zelfs indien het recht straf te vorderen op grond van dit artikel verloren is gegaan, kan de wedstrijdleider op grond van de hem toegekende bevoegdheid naar eigen goeddunken een straf opleggen.

Overleg tussen de partners over het opleggen van een straf is niet toegestaan; als de wedstrijdleider van mening is, dat dit overleg heeft plaats gehad, verliezen deze partners het recht straf te vorderen.

Het recht straf wegens een onregelmatigheid te vorderen kan verloren gaan, indien de aandacht op de onregelmatigheid het eerst wordt gevestigd door een toeschouwer voor wiens aanwezigheid aan de tafel de niet-overtredende partij verantwoordelijk is; evenzo kan het recht om een zodanige onregelmatigheid te herstellen verloren gaan, indien de aandacht daarop is gevestigd door een toeschouwer voor wie de overtredende partij verantwoordelijk is.