Sjabloon:1963:HVII-2
Uit Spelregels voor tafelarbiters
(2) Overtreding van regels van ethiek.
- De volgende handelingen behoren zorgvuldig te worden vermeden en worden, indien opzettelijk gepleegd, geacht een inbreuk te zijn op de ethiek:
- a. een opmerking, vraag, gebaar of bijzondere gedraging, die voor de maat een inlichting zou kunnen betekenen of een tegenstander zou kunnen misleiden;
- b. een bieding met bijzondere nadruk, stembuiging, haast of onnodige aarzeling;
- c. spelen met bijzondere nadruk, onnodige haast of onredelijke vertraging als deze handeling een inlichting voor de maat zou kunnen betekenen of een tegenstander zou kunnen misleiden;
- d. enig teken van goed- of afkeuring geven over een bieding van de maat of van voldoening over een bieding van een tegenstander;
- e. geven van een aanduiding, dat men verwacht of van plan is een slag te winnen of te verliezen, vóórdat de slag voltooid is;
- f. de kaarten dooreen mengen voordat omtrent het resultaat van het spel overeenstemming is verkregen;
- g. commentaar of handeling gedurende de bied- of speelperiode, die de aandacht vestigt op een voorval in die perioden, op de stand van de score of op het aantal reeds gewonnen of verloren slagen.