Sjabloon:1932:52

Uit Spelregels voor tafelarbiters

REGEL 52. HET VESTIGEN VAN DE AANDACHT OP DE GESTELDHEID VAN EEN SLAG.
Als de blinde of een tegenspeler van den leider -- voordat zijn maat bij een slag heeft bijgespeeld en zonder dat hem zulks gevraagd is -- de aandacht van zijn maat op eenigerlei wijze op den slag vestigt, b.v. of door te zeggen, dat de slag aan hem is, of door zijn kaart te noemen, of door de kaarten naar zich toe te halen, mag de leider of de tegenspeler aan blinde's linkerhand, naar gelang het geval ligt, van overtreders maat eischen *)

(I) in de uitgekomen kleur zijn hoogste of laagste kaart bij te spelen; of
(II) den slag te nemen, zoo noodig door aftroeven; of
(III) den slag niet te nemen; maar geen dier eischen kan den speler ontheffen van zijn plicht om kleur te bekennen.

*)Een speler verzaakt, wanneer hij verzuimt op de geëisehte wijze uit te komen en te spelen, indien hij daar wel toe in staat is. (Term. XXVIII).