Sjabloon:1930:V

V. De telling voor Contract-Bridqe

In iedere kleur is de aas het hoogste en afdalend daarna de heer, vrouw, boer, tien .... twee.

Er zijn vijf spelsoorten: sans atout, schoppen, harten, ruiten en klaver; de laatste vier zijn troefspelen. Bij een troefspel gaat de laagste troef boven elke kaart van een andere kleur.

Honneurs

Bij sans atout zijn de azen honneurs, bij een troefspel de aas, heer, vrouw, boer en tien.

Vier azen op één hand tellen bij sans atout 150; vijf honneurs van de troefkleur op één hand tellen bij troefspel150; vier honneurs op één hand in dat geval 100.

Trekken

De spelende partij krijgt bij het maken van minstens het aantal geboden trekken (slagen boven zes), per geboden trek eenmaal de spelwaarde van de spelsoort.

Eén trek sans atout telt 35. schoppen en harten 30, ruiten en klaver 20.

Schoppen heeft den voorrang boven harten, ruiten boven klaver; drie ruiten of klaver gaat boven twee schoppen of harten enz.; het aantal trekken heeft dus den voorrang.

Is een gewonnen spel gedoubleerd. dan wordt het aantal te noteeren punten voor de geboden trekken verdubbeld; bij een geredoubleerd gewonnen spel verviervoudigd.

Manche, robber

Bridge is verdeeld in robbers; een robber bestaat uit twee manches. Een manche wordt gehaald. wanneer minstens 100 punten aan trekken zijn verkreqen; de manche op zichzelf wordt niet beloond.

Zijn twee manches door één partij gemaakt. dan wordt de robber gewonnen en deze beloond met 500.

Wordt het spelen afgebroken en heeft slechts één der partijen een manche. dan wordt die nader beloond met 250. Slechts wanneer afgesproken is op een bepaald tijdstip te eindigen. wordt deze belooning niet toegekend.

Extra punten bij het bieden van slem

Klein slem wordt gemaakt bij het halen van zes, groot slem bij het halen van zeven trekken en beloond met resp. 50 en 100 punten.

Geboden klein slem wordt beloond met 500, geboden groot slem met 1000 punten.

Voldoen aan het contract

Dit wordt bij gewonnen niet gedoubleerde spellen niet beloond; bij gewonnen gedoubleerde spellen met 50. bij geredoubleerde gewonnen spellen met 100 punten beloond.

Overslagen

Overslagen zijn trekken. welke boven het geboden aantal slagen worden gemaakt.

Overslagen worden bij niet gedoubleerde spellen beloond met 50 punten per slag; bij gedoubleerde spellen bij 100, bij geredoubleerde spellen met 200 per slag.

Downslagen

Downslagen zijn de trekken. welke minder dan het geboden aantal slagen worden gemaakt:

Downslagen worden bij niet gedoubleerde spellen gestraft met 50 voor den eersten downslag. met 150 voor de beide eerste downslagen en vervolgens met 200 voor elken volgenden downslag.

Bij gedoubleerde spellen het dubbele. bij qeredoubleerde spellen het viervoudige.