Sjabloon:1963:HXI

Uit Spelregels voor tafelarbiters

HOOFDSTUK XI PROTESTEN. Art. 111 t/m 116

Artikel 111. Het recht tot protesteren.

Een speler kan protesteren om herziening te verkrijgen van een door de wedstrijdleider of één van zijn assistenten genomen beslissing, mits het protest wordt ingediend binnen 30 minuten na het einde van de zitting. Het protest komt niet voor behandeling in aanmerking, tenzij de beide maats van het paar (behalve in persoonlijke wedstrijden) of een meerderheid van het viertal met het protest instemmen. Een afwezig lid wordt geacht in te stemmen.

Artikel 112. Beslissing van het toernooi-comité op protesten.

Alle protesten moeten worden ingediend bij de wedstrijdleider. Indien het protest naar de mening van de wedstrijdleider ongegrond is, dient hij de protesterende speler daarop te wijzen en hem er van in kennis te stellen, dat het toernooi-comité of de protest-commissie een disciplinaire straf kan opleggen, als het protest ongegrond wordt bevonden.
Indien de wedstrijdleider het protest aanvaardt, of indien de speler het wenst te handhaven, dan moet de wedstrijdleider het doorgeven aan het toernooi-comité of aan de protest-commissie (onderworpen aan het bepaalde in art. 113, 114, 115, of 116) ter beoordeling van en beslissing over dat gedeelte van het protest, hetwelk de vragen betreft van feitelijke aard of van de toepassing van maatregelen, overgelaten aan het inzicht van de wedstrijdleider. Het toernooicomité mag de beslissing van de wedstrijdleider niet te niet doen voor zover het een spelregelpunt betreft of de toepassing van zijn disciplinaire bevoegdheden, maar het kan tegen diens beslissing in beroep gaan bij de landelijke autoriteit of de daarvoor aangewezen commissie.

Artikel 113. Beslissing van de wedstrtidleider op protesten.

De wedstrijdleider behoort de volgende gevallen te beoordelen en daarin te beslissen:
a. enig deel van een protest van een speler, dat betrekking heeft op de spelregels;
b. een protest, dat een kwestie van feitelijke aard betreft of de toepassing van maatregelen, overgelaten aan het inzicht van de wedstrijdleider, doch slechts indien er geen toenooi-comité aanwezig is of dit niet kan vergaderen zonder het regelmatig verloop van de wedstrijd te verstoren.
De wedstrijdleider mag terugkomen op elke vroegere, door hem of zijn assistenten genomen beslissing. Een speler kan protesteren (vooropgesteld, dat hij dit onverwijld doet) bij de landelijke autoriteit inzake de beslissing van de wedstrijdleider over spelregelaangelegenheden, nadat door deze een verhoor is gehouden.

Artikel 114. Getuigenverhoor.

Indien een toernooi-comité, een protest-commissie of een wedstrijdleider een protest beoordeelt, dienen allereerst de feiten te worden vastgesteld en alle personen, behoren van het verhoor te worden uitgesloten, behalve de leden van het comité, de commissie, de wedstrijdleider, de reclamanten, hun tegenspelers en de in verhoor genomen getuigen. Als door een toernooi- of protestcommissie een protest wordt behandeld, behoort bovenal aandacht te worden geschonken aan de verklaring van de wedstrijdleider omtrent alles, wat in zijn bijzijn is gezegd of gedaan.

Artikel 115. Verkiesbaarheid van de leden van een commissie.

Een toernooi-comité, een protest-commissie of een landelijke autoriteit heeft zelf de beslissing ten aanzien van het aantal en de verkiesbaarheid van haar leden, maar geen persoon mag medewerken aan de beslissing op een protest, indien hij of zijn maat of één van zijn ploeggenoten in de betreffende wedstrijd, belanghebbende is.

Artikel 116. Protest bij de landelijke autoriteit.

Indien zulks praktisch uitvoerbaar is, behoort een protest door de landelijke autoriteit te worden aangehoord en mondeling te worden behandeld en beslist ter plaatse van het toernooi. Anders behoort de wedstrijdleider het protest dadelijk aan de landelijke autoriteit te zenden, vergezeld van een schriftelijke verklaring omtrent de feiten, zoals ze door het toernooi-comité of door de wedstrijdleider zijn bevonden; verder dient te worden bijgevoegd een verklaring omtrent zijn oordeel over de reglementaire aspecten van het geval en eventuele aanvullende beschouwingen die de reclamanten menen te moeten verstrekken. Een beslissing van de landelijke autoriteit brengt geen verandering in de rangschikking 'Iran de deelnemers aan de wedstrijd, tenzij dit in de beslissing uitdrukkelijk is bepaald.