Sjabloon:2017:18

Uit Spelregels voor tafelarbiters

ARTIKEL 18 Controle van borden en kaarten

A. Juiste wijze

Een bod duidt een aantal trekken aan (slagen boven zes) van één tot zeven en een speelsoort. (Pas, doublet en redoublet zijn biedingen maar geen bod.)

B. Het opheffen van een bod

Een bod heft een vorig bod op als het óf hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort aanduidt óf een groter aantal trekken in welke speelsoort dan ook.

C. Voldoende bod

Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod opheft, is een voldoende bod.

D. Onvoldoende bod

Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod niet opheft, is een onvoldoende bod. Het is een overtreding om een onvoldoende bod te doen (zie artikel 27 voor de rechtzetting).

E. Rangorde van de speelsoorten

De rangorde van de speelsoorten in afdalende volgorde is: sans atout (zonder troef), schoppen, harten, ruiten, klaveren.

F. Andere manieren

Het Bondsbestuur mag andere manieren voor het bieden toelaten.