Sjabloon:1997:HX-II

Uit Spelregels voor tafelarbiters

PARAGRAAF II Beslissingen Art. 84 t/m 85

ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat

Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen moet hij, als overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt beslissen:

A. Geen straf

Als in de spelregels geen straf is bepaald en er voor hem geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, geeft hij de spelers opdracht verder te gaan met bieden of spelen.

B. Reglementaire straf

Indien een onregelmatigheid duidelijk onder een spelregel valt waarin een straf is genoemd, legt hij die straf op en ziet erop toe dat die wordt ondergaan.

C. Keuze voor de speler

Als een spelregel een speler een keuze geeft uit meerdere straffen, legt de wedstrijdleider de mogelijkheden uit en ziet erop toe dat een straf wordt gekozen en ondergaan.

D. Keuze voor de wedstrijdleider

Als de Spelregels de wedstrijdleider een keuze geven tussen een specifieke straf en het toekennen van een arbitrale score, tracht hij een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken, waarbij hij over ieder twijfelachtig punt beslist in het voordeel van de niet-overtredende partij.

E. Straf naar eigen goeddunken

Als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden waarvoor geen straf in de Spelregels is voorzien, kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe als er redelijkerwijs een mogelijkheid bestaat dat de niet-overtredende partij benadeeld werd. De overtredende partij wordt in kennis gesteld van het recht op protest (zie artikel 81C9).


ARTIKEL 85 Beslissingen inzake feiten waarover geen overeenstemming bestaat

Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen moet hij, indien er geen overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk gaan:

A. Beoordeling door de wedstrijdleider

Als de wedstrijdleider van oordeel is dat hij de feiten juist heeft vastgesteld, beslist hij volgens artikel 84.

B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen

Als de wedstrijdleider niet in staat is de feiten tot zijn tevredenheid vast te stellen, moet hij een beslissing nemen die het voortgaan van het spelen mogelijk maakt en moet hij de spelers op de hoogte stellen van hun recht op protest.