Sjabloon:1997:11

ARTIKEL 11 Het verlies van het recht op bestraffing

A. Het ondernemen van actie door de niet-overtredende partij

Het recht op bestraffing van een onregelmatigheid kan verloren gaan als een speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt vóór het ontbieden van de wedstrijdleider. De wedstrijdleider beslist aldus, wanneer de niet-overtredende partij op enigerlei wijze bevoordeeld is door verdere actie, ondernomen door een tegenstander die niet op de hoogte was van de straf.

B. Het door een toeschouwer attenderen op een onregelmatigheid

1. Toeschouwer voor wiens aanwezigheid de niet-overtredende partij verantwoordelijk is

Het recht een onregelmatigheid te laten bestraffen kan verloren gaan, indien de aandacht op de onregelmatigheid het eerst wordt gevestigd door een toeschouwer voor wiens aanwezigheid aan de tafel de niet-overtredende partij verantwoordelijk is.

2. Toeschouwer voor wiens aanwezigheid de overtredende partij verantwoordelijk is

Het recht een onregelmatigheid te herstellen kan verloren gaan, indien de aandacht op de onregelmatigheid het eerst wordt gevestigd door een toeschouwer voor wiens aanwezigheid aan tafel de overtredende partij verantwoordelijk is.

C. Straf na het verloren gaan van het recht op bestraffing

Zelfs nadat het recht op bestraffing verloren is gegaan volgens dit artikel, mag de wedstrijdleider een procedurele straf opleggen (zie artikel 90).