Sjabloon:1987:74A
Uit Spelregels voor tafelarbiters
A. Juiste houding
- 1. Hoffelijkheid
- Een speler behoort zich altijd hoffelijk te gedragen.
- 2. Optreden
- Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of handeling te vermijden, die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.
- 3. Naleving van correcte gang van zaken
- Iedere speler behoort steeds op dezelfde correcte wijze te bieden en te spelen, daar elke afwijking van de juiste normen het ordelijk verloop van het spel kan verstoren.