Sjabloon:1975:70

Uit Spelregels voor tafelarbiters

Artikel 70. Opeisen of afstaan van slagen door een tegenspeler

Een tegenspeler staat slagen af als hij akkoord gaat met een eis van de leider of te kennen geeft dat hij een of meer van de resterende slagen zal afstaan.
Een tegenspeler eist slagen op als hij bekend maakt een of meer van de resterende slagen te zullen winnen of indien hij met dit oogmerk enige of alle kaarten aan de leider toont. Indien:
a. het opeisen slechts betrekking heeft op een nog in gang zijnde onvoltooide slag, gaat het spel normaal door; kaarten getoond of op andere wijze bekend gemaakt door de tegenspeler bij het stellen van zijn eis worden-geen strafkaarten, maar artikel 16 kan van toepassing zijn; zie ook artikel 57;
b. de eis betrekking heeft op volgende slagen, mag het spel niet verder worden gespeeld 1) en moet de tegenspeler aangeven hoe hij zich voorstelt tegen te spelen; als een dergelijke eis door de leider wordt betwist moet de wedstrijdleider onmiddellijk worden ontboden en mag er geen enkele handeling plaatsvinden tot hij aanwezig is; de wedstrijdleider bepaalt het resultaat van het spel zo billijk mogelijk voor beide partijen maar zal aan de leider elke slag toekennen die de tegenspelers bij normaal spelen zouden kunnen verliezen 2).

1) Elk spelen na het opeisen of afstaan van slagen moet door de wedstrijdleider ongeldig worden verklaard.
2) 'Normaal' omvat. minder goed of zorgeloos spelen, maar geen onredelijk spelen.