Sjabloon:1975:66

Uit Spelregels voor tafelarbiters

Artikel 66. Inzien van slagen

Zolang zijn partij niet heeft gespeeld in de volgende slag, mag de leider of elke tegenspeler totdat hij zijn eigen kaart met de beeldzijde naar beneden op tafel heeft gelegd verlangen, dat alle kaarten van de juist gespeelde slag ter inzage worden opengelegd. Daarna mogen dichtgelegde kaarten niet meer worden ingezien totdat het spelen is beëindigd 1).
Nadat het spelen is afgelopen mogen de gespeelde en niet gespeelde kaarten worden ingezien om de juistheid van een bewering over een verzaking of het aantal gewonnen of verloren slagen vast te stellen 2), maar een speler behoort daarbij geen andere dan zijn eigen kaarten aan te raken. Indien een speler, nadat een dergelijke bewering is geuit, zijn kaarten zodanig dooreenmengt dat de wedstrijdleider de feiten niet meer kan vaststellen, moet ten gunste van de andere partij worden beslist.

1) Behalve op speciale instructie van de wedstrijdleider, bijvoorbeeld om na te gaan of een beweerde verzaking is begaan.
2) Of over honneurs in een wedstrijd om scorepunten.