Sjabloon:1949:4
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Art. 4. Voordat het spelen begint, moet aan elke tafel elk spel kaarten, met de beeldzij de naar beneden, door de spelers worden geschud en gegeven. Het geven geschiedt kaart voor kaart in volgorde, zodat elk der vier spelers dertien kaarten krijgt. Elke hand wordt vervolgens met de beeldzijde naar beneden in één der vier vakken van het bord gedaan. Bij het schudden en het geven moet een speler van elke partij aanwezig zijn, tenzij de wedstrijdleider een andere regeling treft.