Sjabloon:1949:26
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Art. 26. Een getoonde kaart tijdens het bieden.
- Indien tijdens het bieden een speler een kaart open op tafel legt of de beeldzijde van een kaart van zijn maat ziet, en dit is:
- a. een aas, heer, vrouw of boer, of een lagere kaart die te vroeg werd gespeeld, of meer dan één kaart 1), geldt als straf, dat de maat van de bezitter de eerste maal dat het zijn beurt is om te bieden, moet passen. Elke dergelijke kaart moet open op tafel blijven liggen totdat het bieden is gesloten; en als de bezitter tegenspeler wordt, wordt het een strafkaart;
- b. een enkele kaart, lager dan de boer en niet te vroeg gespeeld, dan bestaat er geen straf.
1) Indien twee of meer kaarten op verschillende ogenblikken worden getoond, geldt lid a voor alle kaarten, zelfs indien reeds een kaart was opgenomen volgens lid b.