Sjabloon:1936:27-3
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Onderzoek naar een mogelijke verzaking.
3. Een speler mag vragen, of het spelen van een kaart een verzaking inhoudt, en mag vergen, dat een tegenspeler zijn verzaking herstelt, maar niets kan de bepalingen van de vorige paragraaf veranderen of uitstellen.
De blinde mag slechts den leider ondervragen, en, als hij zulks doet, nadat hij opzettelijk een kaart in het spel van een speler heeft ingezien, mag de leider zijn kaart niet terugnemen.