Sjabloon:1932:54
Uit Spelregels voor tafelarbiters
REGEL 54. HET OPEISCHEN DOOR LEIDER VAN ONZEKERE SLAGEN.
Als de leider heeft verklaard of aangegeven dat eenige of alle overblijvende slagen voor hem zijn (regel 26,2)), mag elk der tegenspelers van hem eischen, om het spel af te spelen op de wijze, welke hij als zijne bedoeling om te spelen heeft aangegeven, en, als hij niet vrijwillig eene volledige uiteenzetting van zijn bedoeld spel heeft gegeven, mag van hem geëischt worden, die uiteenzetting aan te vullen, zullende daarna elke kwestie, die niet door zijne uiteenzetting geregeld is, worden opgelost, zooals zijne tegenspelers aangeven.