Sjabloon:1930:VI

Uit Spelregels voor tafelarbiters

VI. Het bieden

Het bieden wordt geacht aan te vangen, zoodra de laatste kaart is uitgedeeld.
De gever begint, de overige spelers volgen linksom.
Het bieden wordt geacht te zijn afgeloopen, wanneer na het laatste bod de drie overige spelers hebben gepast.
Onder bieden wordt verstaan het passen, sans atout of een kleur annonceeren. het doubleeren en het redoubleeren.
Het doubleeren kan alleen geschieden door een der tegenspelers van dengeen die de laatste annonce heeft gedaan; het redoubleeren door een der teqenspelers van dengeen die gedoubleerd heeft.
Iedere volgende annonce moet boven de voorgaande gaan; men zegt: ik pas, noemt een getal en de spelsoort, dan wel zegt: ik doubleer, of: ik redoubleer. Overigens mag niets worden gezegd of gevraagd (stand van het spel), dat eenigen invloed op het verloop van de biedingen kan hebben.
Doet een speler een bod, dat niet boven het voorgaande gaat, dan kan zijn opvolger eischen:
a. dat het spel zal worden gespeeld volgens het voorafgaande bod;
b. dat het onvoldoende bod van kracht blijft;
c. dat de overtreder zijn bod zooveel als noodig is verhoogt.
In de gevallen b en c mag de partner van den overtreder slechts dan een nader bod doen. wanneer het bod wordt overboden of gedoubleerd.
Ieder der medespelers mag op het foutieve bod attent maken. Zoolang dit niet gebeurd is. mag het bod hersteld worden. mits de opvolger nog geen bod heeft gedaan. in welk laatste geval het bieden normaal vervolgd wordt.
Wanneer een speler voor zijn beurt een spelsoort annonceert, doubleert of redoubleert, mag, wanneer de aandacht daarop wordt gevestigd, voordat de opvolger heeft geboden, de opvolger een nieuwe gift eischen; wordt geen nieuwe gift geëischt dan is het bod geldig en gaat het bieden door.
Heeft een speler voor zijn beurt gepast en wordt de aandacht daarop gevestigd voordat de opvolger heeft geboden, dan moet de speler die aan de beurt was, bieden. De overtreder moet dan bij den eerstvolgenden keer. dat hij aan de beurt komt, passen.
Doet een speler een onwettig bod, zoo mag zijn opvolger eischen:
a. een nieuwe gift;
b. dat het bod geannuleerd wordt;
c. dat het bod van kracht blijft.
Ieder der medespelers mag op het onwettige bod attent maken.
Wanneer van een speler gedurende het bieden de speelzijde van een of meer van zijn kaarten zichtbaar worden, heeft de opvolger het recht een nieuwe gift te eischen; eischt hij dit niet, dan gaat het spel zonder meer door.
Tijdens het bieden mag ieder der spelers eischen, dat al het gebodene herhaald wordt.
De partij. die het hoogste bod doet. (al of niet gedoubleerd of geredoubleerd) speelt en wel de speler van deze partij, die bij sans atout het eerst deze spelsoort, bij kleurenspel het eerst de te spelen kleur annonceerde.
Wordt rondgepast. dan geeft de volgende gever.