Overleg:De strekking van de spelregels

Uit Spelregels voor tafelarbiters

Gelijke behandeling is de kern van alle wetgeving.

(Uit CLB-cursusboek, blz 83):
Een bekende situatie waarin spelers de spelregels soms onrechtvaardig vinden is de volgende. Doordat de partner een paar slagen eerder verzaakt heeft, moet een speler een slag overdragen die deze heeft gemaakt met troefaas. Echter, wanneer elke verzaking op zijn uitwerking beoordeeld zou moeten worden zou iedere clubavond ruim uitlopen en moet er op iedere clubavond iemand paraat staan die dit soort beoordelingen kan maken. Volgens de spelregelcommissie is het beter bij elke verzaking een standaardcompensatie te geven, zodat er eenheid is in de afwikkeling van verzakingen. Alleen als de niet-overtredende partij aan de standaardcompensatie niet genoeg heeft om het nadeel weg te nemen, moet de wedstrijdleider gaan beoordelen. Als er een uitzondering gemaakt zou worden voor troefaas, waarom dan niet voor troefheer, als troefaas er al uit is op het moment van de verzaking, enz.? Misschien bevredigt de huidige regeling in sommige gevallen niet het rechtvaardigheidsgevoel, maar nu worden wel alle gevallen gelijk behandeld.

Dit filmpje laat zien dat de wens tot gelijkberechtiging zoogdieren in het bloed zit.

Het filmpje terug vertalend naar de Spr.: de enige manier om er echt zeker van te zijn dat je iedereen in dezelfde situatie altijd gelijk behandelt, is om alles 100% volgens het (Spr.-)boekje te doen.

Dàt de Spr. eens in de 10 jaar wijzigen moet voor lief genomen worden, maar vanaf het wijzigingsmoment we alles weer precies volgens het (nieuwe) boek.

Op diverse plaatsen in de Spr. lijkt het met ingang van de laatste versie zo dat de WL meer bevoegdheden heeft om naar eigen inzicht te handelen, maar dat moment kan nooit eerder gekomen zijn dan pas nadat de regelgeving voor de specifieke onregelmatigheid vanuit het boekje uitgeput is. Dat is eigenlijk nooit het geval en je kunt zonder meer stellen dat arbiters die denken dat het (vaker) voorkomt dat de Spr. ontoereikend zijn, de Spr. onvoldoende kennen.