Sjabloon:1963:HX
HOOFDSTUK X DE WEDSTRIJDLEIDER. Art. 97 t/m 110
Artikel 97. Algemene verantwoordelijkheden.
- De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de organisatie, die de wedstrijd uitschrijft. Hij is verantwoordelijk voor de technische leiding van het toernooi Hij is gebonden aan deze spelregels, evenals aan de door de organiserende instantie aangekondigde aanvullende bepalingen. Zijn rechten en plichten houden in:
- a. het aanstellen van de nodige assistenten om zijn taak te vervullen;
- b. het aanvaarden en noteren van de inschrijvingen;
- c. het vaststellen van passende speel voorwaarden en bekendmaken daarvan aan de deelnemers;
- d. het handhaven van de orde en de zorg voor het regelmatig verloop van de wedstrijd;
- e. het toepassen en uitleggen van de spelregels;
- f. het opleggen van de toepasselijke straffen;
- g. het beslechten van onenigheden of, zo nodig, het voorleggen van een geschil aan de bevoegde commissie;
- h. het verzamelen van de scores en het maken van een opstelling van de resultaten;
- i. het ter kennis brengen van de officiële uitslagen aan de organiserende instantie.
- De leider mag elke van deze plichten delegeren aan zijn assistenten, maar hij wordt daardoor niet ontheven van zijn verantwoordelijkheid voor de juistheid van de uitvoering.
Artikel 98. Herstel van fouten in de gang van zaken.
- Het is de plicht van de wedstrijdleider om abuizen in de gang van zaken te herstellen, teneinde het ordelijk verloop van het spel te doen voortgaan op een wijze, die niet met de spelregels in strijd is. Daartoe mag hij een arbitrale score toekennen, vorderen dat het spelen van een spel wordt voortgezet of dat het wordt onderbroken en hij mag zich voorbehouden zijn beslissing omtrent enig feitelijk punt of omtrent de toepassing van een spelregel nader te bepalen.
Artikel 99. Bekendmaken van het recht tot protest.
- Indien de wedstrijdleider meent, dat een herziening van zijn beslissing omtrent enig feitelijk punt of omtrent zijn toepassing van de aan zijn inzicht overgelaten maatregelen mogelijk terecht zou kunnen zijn (b.v. als hij ingevolge art. 12 een arbitrale sccre heeft gegeven) behoort hij een deelnemer in kennis te stellen van zijn recht tot protest; maar zijn verzuim om dit te doen geeft een deelnemer geen recht op enige bijzondere compensatie.
Artikel 100. Beslissing als men het over de feiten eens is.
- Indien de wedstrijdleider wordt ontboden voor het beslissen van een kwestie over de spelregels, de te volgen gang van zaken of de bied- en speelmanieren, behoort hij, indien overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk te gaan:
- a. indien in de spelregels geen straf is bepaald en er geen aanleiding voor hem bestaat van de aan zijn inzicht overgelaten maatregelen gebruik te maken, behoort hij de spelers opdracht te geven verder te gaan met bieden en spelen;
- b. indien een geval kennelijk onder een spelregel valt, die een voldoende straf voor de onregelmatigheid voorschrijft, behoort hij die straf op te leggen en toe te zien, dat die wordt ondergaan;
- c. indien de spelregel het recht tot keuze tussen twee of meer straffen toestaat, behoort hij deze straffen uit te leggen en toe te zien, dat een juiste straf wordt gekozen en ondergaan;
- d. indien een onregelmatigheid plaats vond, waarvoor geen voldoende straf in de spelregels is voorgeschreven, mag hij een arbitrale score toekennen.
Artikel 101. Beslissing als men het over de feiten oneens is.
- Als de spelers het niet eens zijn over feiten, welke een onontbeerlijk gegeven vormen voor de wedstrijdleider om tot een beslissing te Komen, dient de wedstrijdleider zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, welke zijn beslissing in elke hem ter kennis gebrachte weergave van de feiten zou moeten zijn. Als hij overtuigd raakt, dat hij de feiten voldoende zeker heeft vastgesteld voor het nemen van een juiste beslissing, behoort hij die dadelijk te nemen. Anders behoort hij aan de hand van de meest waarschijnlijke weergave der feiten een voorlopige regeling te treffen en behoort hij de spelers op te dragen het spel dienovereenkomstig voort te zetten, onverminderd hun recht tot protest tot vaststelling van de feiten, zoals voorzien in Hoofdstuk XI.
Artikel 102. Arbitrale score in viertallen-wedstrijden.
- In viertallen-wedstrijden behoort de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen, indien dit nodig is tengevolge van een onregelmatigheid, waaraan één paar schuldig en het andere paar onschuldig is, vooropgesteld, dat de ploeggenoten van het niet schuldige paar het spel reeds eerder met een gunstig resultaat hebben gespeeld. In dat geval behoort de wedstrijdleider, zo het gaat om een plusscore per bord, aan het niet schuldige viertal de twee matchpunten toe te kennen; indien de beoordeling in internationale match-punten plaats vindt of er om totaal-punten wordt gespeeld, behoort hij de punten toe te kennen, die het niet-overtredende viertal waarschijnlijk zou hebben gewonnen, indien geen onregelmatigheid was begaan.
Artikel 103. Vervanging door een nieuw bord.
- Bij viertallen-wedstrijden behoort de wedstrijdleider, indien de tijd zulks toelaat, inplaats van een arbitrale score toe te kennen, een nieuw spel te laten spelen; indien:
- a. geen der viertallen schuld heeft, of beide viertallen aan de overtreding hebben deel gehad; of
- b. slechts één der partijen schuld heeft, maar haar ploeggenoten het spel tevoren reeds met een gunstig resultaat hebben gespeeld; of,
- c. de ploeggenoten van de betrokken spelers het spel nog niet hebben gespeeld.
- Het nieuwe bord moet, om de score tussen hen vast te stellen, door beide paren van de betrokken viertallen worden gespeeld, maar niet noodzakelijkerwijze door de andere deelnemende viertallen.
Artikel 104. Onklaar bord.
- Een bord wordt als onklaar beschouwd, indien de wedstrijdleider vaststelt, dat één of meer kaarten in een verkeerd vak zijn gestoken en dit tot gevolg heeft gehad, dat deelnemers, wier score rechtstreeks met die van andere deelnemers moest worden vergeleken, het bord niet in dezelfde samenstelling der handen te spelen kregen. In dergelijke gevallen stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast, welke scores op het bord zijn behaald in de oorspronkelijke samenstelling en welke in de gewijzigde samenstelling. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in twee groepen en beoordeelt elke groep afzonderlijk met inachtneming van de volgende richtlijnen:
- a. in een paren- of persoonlijke wedstrijd kent hij voor elke score de match-punten toe, zoals bepaald in art. 81, vermeerderd met één match-punt voor elke score in de andere groep;
- b. in viertallen-wedstrijden om match-punten per bord stelt hij de gevallen vast waarin de scores van de teams met dezelfde handen gemaakt waren. Deze scores blijven geldig. In alle andere gevallen wordt verwezen naar de beoordeling in match-punten voor paren, zoals geregeld in art. 81, en
- 1. indien beide paren van het viertal volgens parenbeoordeling boven het gemiddelde hebben gespeeld of indien één paar boven het gemiddelde heeft gespeeld en het andere juist gelijk aan het gemiddelde, dan worden aan het viertal twee match-punten toegekend;
- 2. indien één paar van het viertal boven het gemiddelde en het andere beneden het gemiddelde heeft gespeeld of indien beide paren juist het gemiddelde hebben behaald, dan krijgt het viertal één matchpunt;
- 3. indien beide paren van een viertal beneden het gemiddelde hebben gespeeld, of indien één paar juist, het gemiddelde heeft behaald en het andere paar beneden het gemiddelde is gebleven, dan krijgt het viertal 0 match-punten.
- c. bij wedstrijden om totaal-punten of om internationale match-punten wordt het spel overgegeven en door beide paren overgespeeld; de op het oorspronkelijke spel eventueel behaalde resultaten zijn ongeldig.
Artikel 105. Alternatieve handelwijzen.
- Indien ter zake dienende richtlijnen niet zijn aangegeven, behoort de wedstrijdleider de gang van zaken te volgen, zoals in de artikelen 102, 103 en 104 is aangegeven. De instantie, die de wedstrijd uitschrijft is in het bijzonder bevoegd meer gedetailleerde en nauwkeurige methodes voor te schrijven voor het treffen van regelingen, onder voorwaarde, dat die vóór de aanvang van de wedstrijd worden bekend gemaakt.
Artikel 106. Maatregelen, aan het inzicht van de wedstrijdleider overgelaten.
- Indien de door de wedstrijdleider te volgen gedragslijn niet duidelijk in de spelregels is aangegeven en in het bijzonder waar het geven van strafpunten of het bepalen van de strafmaat aan zijn inzicht is overgelaten, behoort hij de volgende algemene principes in acht te nemen:
- a. indien volgens de spelregels vrijheid van opvatting is toegestaan, behoort de straf of het herstel in overeenstemming te zijn met de aard en de ernst van de overtreding;
- b. in twijfelgevallen en in het bijzonder, indien de spelers het over de feiten niet eens zijn, behoren de oorspronkelijke rechten en het meest waarschijnlijke resultaat van elke partij zo nauwkeurig mogelijk te worden bepaald;
- c. geen enkele deelnemer mag' een wezenlijk voordeel genieten ten koste van een andere, tenzij de schuld van de ene duidelijk is aangetoond en de andere in elk opzicht vrijuit gaat.
Artikel 107. Toekennen van punten als schadeloosstelling.
- In een paren- of persoonlijke wedstrijd, als een niet-in-overtreding zijnde deelnemer buiten zijn schuld of verkiezing is gedwongen een arbitrale score te aanvaarden, behoort aan die deelnemeer een minimum van 60% van de op het bord beschikbare match-punten te worden toegekend, of het percentage aan match-punten, dat hij op alle gedurende de zitting inderdaad gespeelde spellen gemiddeld behaalde, indien dit hoger is dan 60%.
Artikel 108. straffen in persoonlijke wedstrijden.
- In persoonlijke wedstrijden past de wedstrijdleider de strafbepalingen van dit reglement en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe tegenover beide spelers van de overtredende partij, zelfs als slechts één van hen voor de onregelmatigheid verantwoordelijk is. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen strafpunten aan de maat van de overtreder geven, als volgens zijn mening deze maat in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.
Artikel 109. Disciplinaire straffen.
- Behalve het ten uitvoer leggen van de strafbepalingen van de reglementen behoort de wedstrijdleider bovendien disciplinaire strafpunten te geven voor enige overtreding, waardoor het spel onnodig vertraagd of belemmerd wordt, waardoor andere deelnemers in ongelegenheid komen, waardoor de goede gang van zaken wordt verstoord of waardoor het toekennen van arbitrale scores noodzakelijk wordt gemaakt. De volgende overtredingen komen in aanmerking voor het opleggen van disciplinaire straf, doch zulks behoeft niet tot de opgesomde gevallen te worden beperkt. 1)
- a. traagheid, met inbegrip van te laat komen bij de aanvang van de zitting en te laat plaats nemen na een wisseling;
- b. onnodig langzaam spelen;
- c. bespreking van de bieding, van het spelen of van het resultaat van het bord op zodanige wijze, dat dit aan een andere tafel kan worden afgeluisterd;
- d. tijdens de zitting vergelijken van scores met die van andere deelnemers;
- e. het aanraken of in de hand nemen van kaarten van een andere speler (zie art. 7);
- f. één of meer kaarten in een verkeerd vak van het bord steken;
- g. enig abuis in de gang van zaken (zoals b.v. het nalaten de kaarten te tellen, het spelen van een onjuist bord, enz.), waardoor het geven van een arbitrale score - aan welke deelnemer ook - noodzakelijk wordt;
- h. het nalaten om onmiddellijk te voldoen aan voor het toernooi geldende bepalingen of aan opdrachten van de wedstrijdleider;
- i. onbehoorlijk of onhoffelijk gedrag.
1) De instantie, die de wedstrijd uitschrijft, kan als handleiding voor de wedstrijdleider een schaal van toepasselijke strafpunten opstellen, in verhouding tot het totale aantal matchpunten, dat op een spel te behalen is.
Artikel 110. Schorsing en uitsluiting van spelers.
- Om zijn plicht, de orde en de discipline te handhaven te kunnen volvoeren, heeft de wedstrijdleider de speciale bevoegdheid om:
- a. een speler voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing te dezer zake van de wedstrijdleider is definitief);
- b. een speler, een paar of een viertal om enigerlei reden, die goedkeuring behoeft van het toernooi-comité of van de organiserende instantie, uit te sluiten.