Sjabloon:1930:V-Trekken
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Trekken
- De spelende partij krijgt bij het maken van minstens het aantal geboden trekken (slagen boven zes), per geboden trek eenmaal de spelwaarde van de spelsoort.
- Eén trek sans atout telt 35. schoppen en harten 30, ruiten en klaver 20.
- Schoppen heeft den voorrang boven harten, ruiten boven klaver; drie ruiten of klaver gaat boven twee schoppen of harten enz.; het aantal trekken heeft dus den voorrang.
- Is een gewonnen spel gedoubleerd. dan wordt het aantal te noteeren punten voor de geboden trekken verdubbeld; bij een geredoubleerd gewonnen spel verviervoudigd.