Sjabloon:1982:HX

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 16 sep 2019 om 16:59 (Beveiligde "Sjabloon:1982:HX" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

HOOFDSTUK X DE WEDSTRIJDLEIDER

Artikel 90. Verplichtingen en bevoegdheden

De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de instantie, die de wedstrijd organiseert. Hij is verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd. Hij is gebonden aan deze spelregels, evenals aan de door de organiserende instantie aangekondigde aanvullende bepalingen.
Zijn rechten en plichten houden normaal in:
a) het aanstellen van de nodige assistenten om zijn taak te vervullen;
b) het aanvaarden en noteren van de inschrijvingen;
c) het vaststellen van passende speelvoorwaarden en bekendmaken daarvan aan de deelnemers;
d) het handhaven van de orde en de zorg voor het regelmatig verloop van de wedstrijd;
e) het toepassen en uitleggen van de spelregels;
f) het herstellen van iedere hem ter kennis gekomen fout of onregelmatigheid;
g) het in voorkomende gevallen opleggen van straffen;
h) het kwijtschelden van straffen, naar eigen goeddunken, op verzoek van de niet in overtreding zijnde partij;
i) het beslechten van onenigheden en, zo nodig, het voorleggen van een geschil aan de bevoegde commissie;
j) het verzamelen van de scores en het maken van een opstelling van de resultaten;
k) het ter kennis brengen van de uitslagen aan de organiserende instantie voor de officiële vastlegging.
De wedstrijdleider mag elke van deze plichten delegeren aan zijn assistenten, maar hij wordt daardoor niet ontheven van zijn verantwoordelijkheid voor de juistheid van de uitvoering.

Artikel 91. Herstel van fouten in de gang van zaken

De wedstrijdleider is verplicht fouten in de gang van zaken te herstellen en de wedstrijd te doen voortgaan op een wijze die niet met de spelregels in strijd is. Daartoe mag hij een arbitrale score toekennen, vorderen dat het spelen van een bord wordt voortgezet of dat het wordt uitgesteld en hij mag zich voorbehouden zijn beslissing omtrent enig feitelijk punt of omtrent de toepassing van een spelregel nader te bepalen.

Artikel 92. Bekendmaking van het recht tot protest

Indien de wedstrijdleider meent, dat een herziening van zijn beslissing omtrent enig feitelijk punt of omtrent zijn toepassing van de aan zijn inzicht overgelaten maatregelen mogelijk terecht zou kunnen zijn (bijvoorbeeld als hij ingevolge artikel 12 een arbitrale score heeft gegeven) behoort hij een deelnemer in kennis te stellen van zijn recht tot protest; maar zijn verzuim om dit te doen geeft een deelnemer geen recht op enige bijzondere compensatie.

Artikel 93. Beslissingen betreffende feiten waarover partijen het eens zijn

Indien de wedstrijdleider word t ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende de spelregels, de gang van zaken of de regels van ethiek, behoort hij, indien overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk te gaan:
a) indien in de spelregels geen straf is bepaald en er geen aanleiding voor hem bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, behoort hij de spelers opdracht te geven verder te gaan met bieden of spelen;
b) indien een geval kennelijk onder een spelregel valt, die een straf voor de onregelmatigheid voorschrijft, behoort hij die straf op te leggen en toe te zien dat die wordt ondergaan;
c) indien de spelregels een speler een keuze geven tussen twee of meer straffen, dient hij de mogelijkheden uit te leggen en erop toe te zien dat een straf wordt gekozen en ondergaan;
d) indien de spelregels hem een keuze geven tussen een speciale straf en het toekennen van een arbitrale score moet hij trachten een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken, daarbij ieder twijfelachtig punt ten gunste van de niet in overtreding zijnde partij oplossend;
e) indien een onregelmatigheid plaatsvond, waarvoor geen straf in de spelregels is voorgeschreven, mag hij een arbitrale score toekennen.

Artikel 94. Beslissingen betreffende feiten waarover partijen het niet eens zijn

Indien de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende de spelregels, de gang van zaken of de regels van ethiek, waarbij de partijen het niet eens zijn over de feiten, behoort hij als volgt te werk te gaan:
a) indien hij meent voldoende van de feiten op de hoogte te zijn gekomen, dient hij de beslissing te nemen die hij op grond hiervan juist acht;
b) in de overige gevallen moet hij een beslissing nemen die voortzetting van het spelen mogelijk maakt en de spelers wijzen op hun recht tot protest.

Artikel 95. Arbitrale score in viertallenwedstrijden

Indien in een viertallenwedstrijd een onregelmatigheid plaatsvindt, zodanig, dat geen enkel herstel het normaal spelen van het bord mogelijk maakt, dient de wedstrijdleider:
a) als de tijd het toelaat, er een nieuw bord voor in de plaats te stellen om aan beide tafels te worden gespeeld, indien:
1. geen van de viertallen een fout heeft begaan of beide tot de fout hebben bijgedragen; of
2. de teamgenoten van de betrokken spelers het bord nog niet hebben gespeeld;
b) een arbitrale score toe te kennen indien:
1. de tijd vervanging door een nieuw bord niet toelaat; of
2. het bord aan de andere tafel is gespeeld, in welk geval hij rekening behoort te houden met een door de niet in overtreding zijnde partij behaald ongewoon gunstig resultaat.

Artikel 96. Onklaar bord - Onklaar bord en mogelijk onmiddellijk herstel
Onklaar bord

Een bord wordt als onklaar beschouwd indien de wedstrijdleider vaststelt, dat één of meer kaarten in een verkeerd vak zijn gestoken en dit tot gevolg heeft gehad dat deelnemers, wier score rechtstreeks met die van andere deelnemers moest worden vergeleken, het bord niet in dezelfde samenstelling speelden. In dergelijke gevallen stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast, welke scores op het bord zijn behaald in de oorspronkelijke samenstelling en welke in de gewijzigde samenstelling. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in twee groepen en beoordeelt elke groep afzonderlijk met inachtneming van de volgende richtlijnen:
a) in een paren- of individuele wedstrijd kent hij voor elke score de matchpunten toe, zoals bepaald in artikel 74, vermeerderd met één matchpunt voor elke score in de andere groep;
b) in viertallenwedstrijden op basis van matchpunten per bord stelt hij de gevallen vast waarin de scores van de teams met dezelfde handen gemaakt waren. Deze scores blijven geldig. In alle andere gevallen wordt verwezen naar de berekening van matchpunten voor paren, zoals geregeld in artikel 74, en
1. indien beide paren van het viertal volgens parenbeoordeling boven het gemiddelde hebben gespeeld of indien één paar boven het gemiddelde heeft gespeeld en het andere juist gelijk aan het gemiddelde, dan worden aan het viertal twee matchpunten toegekend;
2. indien één paar van het viertal boven het gemiddelde en het andere beneden het gemiddelde heeft gespeeld of indien beide paren juist het gemiddelde hebben behaald, dan wordt aan het viertal één matchpunt toegekend;
3. indien beide paren van een viertal beneden het gemiddelde hebben gespeeld of indien één paar juist het gemiddelde heeft behaald en het andere paar beneden het gemiddelde is gebleven, .dan worden aan het viertal 0 matchpunten toegekend;

Onklaar bord en mogelijk onmiddellijk herstel

Indien de fout onmiddellijk wordt ontdekt en slechts één tafel verhinderd is het bord in zijn oorspronkelijke samenstelling te spelen:
1. zal de wedstrijdleider in parenwedstrijden of individuele wedstrijden de spelers die verhinderd zijn het bord te spelen een score toekennen als omschreven onder a of hun gemiddelde score over de gehele zitting, indien deze hoger is;
2. zullen in viertallenwedstrijden waarbij de 'punt per bord' methode voor het scoren wordt toegepast of bij het scoren op basis van IMP's, de viertallen die verhinderd zijn het bord normaal te spelen, indien de tijd het toelaat, een nieuw bord spelen. In de overige gevallen zal de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

Artikel 97. Toekennen van punten als schadeloosstelling

Indien in een paren- of individuele wedstrijd een niet-in-overtreding zijnde deelnemer buiten zijn schuld of verkiezing is gedwongen een arbitrale score te aanvaarden moet aan die deelnemer een minimum van 60% van de op het bord beschikbare matchpunten worden toegekend, of het percentage aan matchpunten, dat hij op alle gedurende de zitting feitelijk gespeelde spellen gemiddeld behaalde, indien dit hoger is dan 60%.

Artikel 98. Straffen in individuele wedstrijden

In individuele wedstrijden moet de wedstrijdleider de strafbepalingen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toepassen op beide spelers van de overtredende partij, zelfs als slechts één van hen voor de onregelmatigheid verantwoordelijk is. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen strafpunten aan de partner van de overtreder geven, als volgens zijn mening deze partner in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.

Artikel 99. Andere straffen

De wedstrijdleider dient niet alleen de strafbepalingen van deze spelregels uit te voeren maar bovendien straffen te geven voor iedere overtreding die op ongepaste wijze het spel vertraagt of belemmert, andere deelnemers in ongelegenheid brengt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van arbitrale scores nodig maakt.
Overtredingen welke dienen te worden bestraft zijn onder meer de volgende:
a) traagheid;
b) overdreven langzaam spelen;
c) het bespreken van het bieden, spelen of het resultaat van een spel, dat aan een andere tafel kan worden gehoord;
d) het vergelijken van de scores met een andere deelnemer gedurende een zitting;
e) het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7);
f) het plaatsen van een of meer kaarten in een verkeerd vak van een bord;
g) iedere fout in de gang van zaken (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen, enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan enige deelnemer nodig maakt;
h) het niet dadelijk voldoen aan de voor de wedstrijd vastgestelde regelingen of aan enige aanwijziging van de wedstrijdleider;
i) ieder onbehoorlijk of onhoffelijk gedrag.

Artikel 100. Schorsing en uitsluiting van spelers

Teneinde zijn plicht, om de orde en de discipline te handhaven te kunnen vervullen is de wedstrijdleider met name bevoegd om:
a) een speler voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing van de wedstrijdleider te dezer zake is definitief);
b) een speler, een paar of een viertal om enigerlei reden, die goedkeuring behoeft van het wedstrijd-comité of van de organiserende instantie, uit te sluiten.