Sjabloon:1949:88
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Art. 88. Opeisen of afstaan van slagen door de leider.
- Indien de leider opzettelijk zijn kaarten toont, één of meer van de overgebleven slagen opeist of afstaat, of voorstelt het spel te bekorten, wordt dit beschouwd als een eis van de leider, en:
- a. wordt het spelen gestaakt en moet de leider zijn kaarten open op tafel leggen en dadelijk verklaren hoe hij van plan is verder te spelen;
- b. mag een tegenspeler op elk ogenblik na het opeisen door de leider zijn kaarten laten zien en zijn maat een bepaalde speelwijze voorstellen.
- De leider mag geen straf vorderen voor een onregelmatigheid van een tegenspeler, die aldus zijn kaarten heeft laten zien.