Sjabloon:1949:20

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 25 aug 2019 om 12:34 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Art. 20. Ongeoorloofde inlichtingen.''' :Indien een speler een ongeoorloof.de inlichting <sup>1)</sup> ontvangt betreffende een spel, dat hij speelt of nog moet...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Art. 20. Ongeoorloofde inlichtingen.

Indien een speler een ongeoorloof.de inlichting 1) ontvangt betreffende een spel, dat hij speelt of nog moet spelen, moet de wedstrijdleider dadelijk hiervan in kennis worden gesteld, bij voorkeur door degene, die de inlichting verkreeg. De wedstrijdleider behoort te bepalen, dat het spel op normale wijze wordt gespeeld en gewaardeerd, tenzij hij de verkregen inlichting van zodanige betekenis acht, dat deze storend werkt op de normale gang van zaken, in welk geval hij een arbitrale score behoort toe te kennen.

1) Voorbeelden van ongeoorloofde inlichtingen: Het inzien van een verkeerde hand. Het ten onrechte horen van biedingen of opmerkingen aan een andere tafel. Het kennisnemen van een ongeoorloofde opmerking of gebaar van de maat. Het aan zijn eigen tafel zien van een kaart, toebehorende aan een andere speler, voordat het bieden is begonnen.