Sjabloon:1959:46

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 24 aug 2019 om 21:49 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Art. 46. Handelingen waardoor de blinde zijn rechten verbeurt.''' :De blinde mag de kaarten van de leider niet inzien, zich niet overbuigen om een kaart van een...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Art. 46. Handelingen waardoor de blinde zijn rechten verbeurt.

De blinde mag de kaarten van de leider niet inzien, zich niet overbuigen om een kaart van een tegenspeler te zien en zijn plaats niet verlaten om het spelen van de leider gade te slaan of in de kaarten van een andere speler te zien. Indien als gevolg van zulk een handeling de blinde de beeldzijde van een kaart in de hand van een andere speler ziet, of indien de blinde de scorekaart inziet, behorende bij het spel dat gespeeld wordt, geldt als straf, dat hij de rechten verbeurt, die hem bij art. 45 (a) zijn verleend, en dat de wedstrijdleider van hem mag vorderen de tafel te verlaten, totdat dat spel is uitgespeeld.

Indien de blinde zijn rechten heeft verbeurd, en:

a. de eerste is, die de aandacht vestigt op een onregelmatigheid van een tegenspeler, mag de leider voor die overtreding geen straf vorderen;
b. de leider waarschuwt, niet uit de verkeerde hand voor te spelen, geldt als straf, dat elk der tegenspelers mag kiezen uit welke hand de leider moet voorspelen;
c. de eerste is, die de leider vraagt of hij verzaakt, en de kaart waarmee is verzaakt dientengevolge is teruggenomen, geldt als straf, dat elk der tegenspelers mag vorderen, dat de leider zijn hoogste of zijn laagste kaart van de juiste kleur bijspeelt.