Sjabloon:1959:HIV
HOOFDSTUK IV HET BIEDEN. Art. 21 t/m 43
HET BIEDEN. Art.21 t/m 26
Art. 21. De duur van het bieden.
- Het bieden begint voor elke speler, zodra hij zijn kaarten inziet, nadat hij ze uit het bord heeft genomen. De speler, die door het bord als gever is aangewezen, doet de eerste bieding en daarna wordt in volgorde door elke speler geboden. Nadat de eerste bieding is geschied, gaat het bieden door, totdat drie spelers in volgorde hebben gepast. Hiermee is het bieden gesloten.
Art. 22. Gang van zaken, nadat het bieden is gesloten.
- Nadat het bieden is gesloten en er enig bod is gedaan, wordt het laatste bod het contract en begint het spelen. Indien geen enkele speler een bod heeft gedaan, worden de kaarten zonder te spelen weer in het bord geborgen. Het feit, dat geen enkele speler een bod heeft gedaan is geen reden voor een nieuwe gift.
Art. 23. Het bod.
- Elk bod moet een aantal trekken (van één tot en met zeven) en een speelsoort noemen, en hoger zijn dan het voorafgegane bod, door het noemen van een groter aantal trekken, of van hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort. Een bod dat hoger is dan het voorafgegane bod is voldoende; een bod dat niet hoger is, is onvoldoende. De speelsoorten zijn in afdalende volgorde: Sans-Atout, Schoppen, Harten, Ruiten, Klaveren.
Art. 24-25. Doublet en redoublet.
Art. 24. Een speler mag alleen dan doubleren, als het laatst voorafgegane bod door een tegenstander is gedaan en daarna niet een andere bieding volgde, passen uitgezonderd. Een speler mag alleen dan redoubleren als de laatst voorafgegane andere bieding, hierbij passen niet meegerekend, bestond in een doublet door een tegenstander.
Art. 25. Elk doublet en redoublet vervalt door een daarna gedaan juist bod. Volgt een dergelijk bod niet, dan wordt het aantal scorepunten verhoogd volgens de puntentabel van art. 94.
Art. 26. Een getoonde kaart tijdens het bieden.
- Indien tijdens het bieden een speler een kaart open op tafel legt of de beeldzijde van een kaart van zijn maat ziet, en dit is:
- a. een aas, heer, vrouw of boer, of een lagere kaart die te vroeg werd gespeeld, of meer dan één kaart 1), geldt als straf, dat de maat van de bezitter de eerste maal dat het zijn beurt is om te bieden, moet passen. Elke dergelijke kaart moet open op tafel blijven liggen totdat het bieden is gesloten; en als de bezitter tegenspeler wordt, wordt het een strafkaart;
- b. een enkele kaart, lager dan de boer en niet te vroeg gespeeld, dan bestaat er geen straf.
1) Indien twee of meer kaarten op verschillende ogenblikken worden getoond, geldt lid a voor alle kaarten, zelfs indien reeds een kaart was opgenomen volgens lid b.
ONJUISTE BIEDINGEN. zie onder) Art. 27 t/m 40
Art. 27. Onjuiste bieding, ontijdig gevolgd door een in goede volgorde gedane bieding.
- Indien een speler biedt, voordat er straf is gevorderd wegens een onjuiste bieding van zijn rechtertegenstander, gaat het bieden verder alsof het een juiste bieding was geweest, behalve dat, indien de onjuiste bieding een bod van meer dan zeven trekken was, of een doublet of redoublet, terwijl slechts passen of een bod een juiste bieding kon zijn, het bieden verder gaat, alsof de onjuiste bieding bestond uit passen.
Art. 28-29 Wijziging van een bieding.
Art. 28. Indien een speler zijn bieding in één adem wijzigt, is zijn laatste bieding geldig. Hiervoor bestaat geen straf, tenzij de laatste bieding een onjuiste bieding was, in welk geval de bepalingen betreffende onjuiste biedingen van toepassing zijn.
Art. 29. Indien een speler zijn bieding wijzigt, doch niet in één adem, is de wijziging ongeldig en:
- a. indien de eerste bieding onjuist was, is de bepaling betreffende onjuiste bieding van toepassing;
- b. indien de eerste bieding juist was, heeft de overtreder de keus:
- 1. zijn eerste bieding te handhaven in welk geval als straf geldt, dat zijn maat de eerste maal, dat het zijn beurt is om te bieden moet passen;
- 2. een andere juiste bieding te doen, in welk geval als straf geldt, dat zijn maat verder moet passen.
Art. 30. Onvoldoend bod.
- Indien een speler een onvoldoend bod doet, moet hij dat vervangen door een voldoend bod, of passen. 1)
- Indien hij:
- a. het laagste voldoende bod in dezelfde speelsoort doet, bestaat er geen straf;
- b. een ander bod doet, geldt als straf, dat de maat van de overtreder verder moet passen;
- c. past, geldt als straf, dat de maat van de overtreder verder moet passen, en indien de overtreder tegenspeler wordt, mag de leider het uitkomen in een bepaalde kleur vorderen of verbieden.
1) Een speler is niet eerder verplicht zijn onvoldoend bod te vervangen, dan nadat de toepasselijke straffen zijn vermeld. Een bieding die hij vóór die tijd in de plaats mocht hebben gesteld, is ongeldig, tenzij zijn linker tegenstander een volgende bieding heeft gedaan, in welk geval art. 27 van toepassing is.
Art. 31-33. Voor de beurt bieden.
Art. 31. Een voor de beurt gedane bieding is ongeldig. Het bieden gaat terug op de speler wiens beurt het is om te bieden, en:
- a. indien de overtreder heeft gepast voordat een speler een bod heeft gedaan, of heeft gepast terwijl het de beurt was van zijn rechter tegenstander, geldt als straf dat de overtreder de eerste maal, dat het zijn beurt is om te bieden moet passen; 1)
- b. indien een speler een andere bieding voor zijn beurt doet dan passen volgens lid a, geldt als straf, dat de maat van de overtreder verder moet passen. 2)
1)Voorbeeld: Noord (gever) 1 Harten, Zuid pas. Dit passen is ongeldig en Oost moet bieden. Nadat Oost geboden heeft, moet Zuid passen. Daarna mogen Noord en Zuid weer normaal bieden.
2) Voorbeeld: Noord (gever) 1 Harten, Zuid 1 Schoppen. Het Schoppenbod is ongeldig en Oost moet bieden. Nadat Oost heeft geboden, mag Zuid elke juiste bleding doen. Daarna moet Noord verder passen, maar Zuid mag verder elke juiste bieding doen.
Art. 32. Een bieding wordt niet beschouwd als niet in goede volgorde gedaan, als er niet is gewacht op het passen van de rechter tegenstander, indien deze verplicht is te passen wegens overtreding van een spelregel.
Art. 33. Indien een speler, wiens beurt het is om te bieden, biedt voordat de aandacht is gevestigd op het voor de beurt bieden door zijn linker tegenstander, gaat het bieden verder, alsof die tegenstander niet had geboden.
Art. 34. Gelijktijdig bieden.
- Een bieding, die tegelijkertijd met een juiste bieding van een andere speler wordt gedaan, wordt als een volgende bieding beschouwd.
Art. 35. Bij het doubleren een verkeerd bod noemen. 1)
- Indien een speler bij het doubleren of redoubleren een onjuist aantal trekken of een verkeerde speelsoort noemt, wordt hij geacht het gedane bod te hebben gedoubleerd of geredoubleerd.
1) Het is onjuist bij het doubleren het aantal trekken of de speelsoort te noemen.
Art. 36-37. Doubleren, terwijl er slechts gepast of geboden mag worden.
Art. 36. Indien een speler een bod doubleert of redoubleert dat zijn partij reeds gedoubleerd of geredoubleerd heeft, geldt als straf, dat hij dit door een juiste bieding moet vervangen, en dat zijn maat verder moet passen. Bovendien mag, indien de overtreder past, elke tegenstander elk voorafgegaan doublet en redoublet nietig verklaren.
Art. 37. Indien een speler het bod van zijn maat doubleert, of een niet gedoubleerd bod redoubleert, dan wel doubleert of redoubleert, terwijl er nog geen bod gedaan is, geldt als straf, dat de overtreder dit door een juiste bieding moet vervangen en dat de maat van de overtreder verder moet passen.
Art. 38. Bieden, doubleren of redoubleren, terwijl men moet passen. Een bod van meer dan zeven trekken.
- Indien een speler meer dan zeven trekken biedt, of biedt, doubleert of redoubleert, terwijl hij volgens de spelregels verplicht is te passen, wordt de overtreder geacht te hebben gepast en geldt als straf, dat de overtredende partij verder moet passen, en indien de overtreder tegenspeler wordt, dat de leider het uitkomen in een bepaalde kleur mag vorderen of verbieden.
Art. 39. Een bieding, die volgens meer dan één bepaling onjuist is.
- Indien een speler een bieding doet, die onder meer dan één bepaling betreffende "onjuiste biedingen" valt, mag slechts één van die bepalingen worden toegepast.
Art. 40. Een bieding, nadat het bieden is gesloten.
- Een bieding. die wordt gedaan nadat het bieden is gesloten, vervalt. Indien dit passen is van een tegenspeler of enig bod van een contractant, bestaat er geen straf. Indien het een bod,doublet of redoublet van een tegenspeler is, geldt als straf, dat de leider mag vorderen of verbieden, dat de andere tegenspeler de eerste maal dat hij daarna moet voorspelen, dit in een bepaalde kleur doet.
zie bij titel) Alle mogelijke onjuiste biedingen zijn onder dit hoofd vermeld. Biedingen, die niet zijn erkend noch behandeld in deze spelregels worden slechts als onjuiste opmerkingen beschouwd. Het bieden gaat verder alsof deze niet waren gemaakt, tenzij de opmerking zodanige inlichting geeft, dat toepassing van artikel 20 gerechtvaardigd is.
Art. 41-42. HERHALING VAN HET BIEDEN.
Art. 41. Een speler, die een bieding niet duidelijk verstaat, mag dadelijk verlangen, dat die wordt herhaald. Er is geen herstel mogelijk van een bieding. die is gebaseerd op misverstaan of een verkeerde inlichting.
Art. 42. Een speler heeft het recht herhaling van het biedverloop te vorderen, wanneer hij aan de beurt is om te bieden of nadat het bieden is gesloten, doch voordat op de juiste wijze is uitgekomen. Zijn vraag behoort slechts door een tegenstander te worden beantwoord. De blinde of een speler die volgens de spelregels verplicht is te passen, mag geen herhaling verlangen, maar hij mag het biedverloop wel herhalen op een vraag van een tegenstander en hij behoort bij een herhaling gemaakte fouten te verbeteren.
Na het uitkomen mag herhaling van het biedverloop niet meer plaats vinden, doch de leider en de tegenspelers hebben het recht te worden ingelicht wat het contract is en of het werd gedoubleerd of geredoubleerd, maar niet door wie.
Art. 43. AFSPRAKEN TUSSEN DE MAATS.
- Een speler mag elke bied- en speelwijze toepassen (met inbegrip van een opzettelijk misleidende bieding, zoals bv. een "psychisch bod" of een bied- of speelwijze, die afwijkt van algemeen aanvaarde of vooraf meegedeelde conventies) zonder voorafgegane aankondiging, mits zulks niet is gebaseerd op onderlinge afspraak.
- Doch:
- a. Een speler mag niet een bied- of speelwijze toepassen, gebaseerd op een onderlinge afspraak, tenzij redelijkerwijs mag worden verwacht, dat het andere paar de betekenis begrijpt, of zijn partij het gebruik van zulk een bied- of speelwijze heeft aangekondigd, voordat één van beide spelers zijn kaarten heeft ingezien. Uitvoerige uiteenzettingen mogen worden uitgesteld totdat de aangekondigde bied- of speelwijze wordt toegepast.
- b. Indien de wedstrijdleider van oordeel is, dat een partij is benadeeld door het verzuim van de tegenpartij, de betekenis van een bied- of speelwijze uit te leggen, vóór of op het moment dat deze wordt gebruikt, mag hij een arbitrale score toekennen.
- c. Indien een speler in twijfel verkeert over de betekenis van een bieding van een tegenstander, of indien de leider in twijfel verkeert over de betekenis van een speelwijze van een tegenstander, behoort hij dadelijk de wedstrijdleider daarvan te verwittigen. Indien de wedstrijdleider, na de tegenstanders (zo nodig afzonderlijk) te hebben gehoord, beslist, dat de bied- of speelwijze een bijzondere of ongebruikelijke betekenis heeft, moet hij van de speler die de bied- of speelwijze toepaste, eisen de tafel te verlaten en van zijn maat vorderen de betekenis uit te leggen.
- d. De wedstrijdleider, de organisatie die de wedstrijd uitschrijft of het Wedstrijdcomité mag het gebruik verbieden van conventies, die andere deelnemers nadeel zouden kunnen berokkenen of waarvan de uitlegging te grote vertraging zou kunnen veroorzaken.