Sjabloon:1959:23
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Art. 23. Het bod.
- Elk bod moet een aantal trekken (van één tot en met zeven) en een speelsoort noemen, en hoger zijn dan het voorafgegane bod, door het noemen van een groter aantal trekken, of van hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort. Een bod dat hoger is dan het voorafgegane bod is voldoende; een bod dat niet hoger is, is onvoldoende. De speelsoorten zijn in afdalende volgorde: Sans-Atout, Schoppen, Harten, Ruiten, Klaveren.