Sjabloon:1987:45C

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 20 aug 2019 om 10:17 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''C. Verplicht spelen van een kaart''' :1. Kaart van een tegenspeler ::Een kaart van een tegenspeler, die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou ku...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

C. Verplicht spelen van een kaart

1. Kaart van een tegenspeler
Een kaart van een tegenspeler, die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, moet in de lopende slag gespeeld worden (zie artikel 45 E als de tegenspeler al een reglementaire kaart in die slag heeft gespeeld).
2. Kaart van de leider

De leider moet een kaart uit zijn hand spelen als ze met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt, of als ze zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is.

3. Kaart van de blinde
Een kaart van de blinde moet worden gespeeld, als ze opzettelijk door de leider is aangeraakt anders dan om de kaarten te rangschikken of een kaart onder of boven de aangeraakte kaart te bereiken.
4. Genoemde of aangeduide kaart
(a) Spelen van genoemde kaart
Een kaart moet gespeeld worden, als een speler ze noemt of anderszins aanduidt als de kaart die hij wil spelen.
(b) Herstel van onopzettelijke aanduiding
Een speler mag straffeloos een onopzettelijke aanduiding wijzigen, mits hij dit zonder denkpauze doet; maar als een tegenstander op zijn beurt een kaart heeft gespeeld, die reglementair was vóór de wijziging van de aanduiding, mag die tegenstander de aldus gespeelde kaart straffeloos terugnemen en vervangen door een andere (zie artikel 47 C).
5. Strafkaart

Het al dan niet moeten spelen van een grote of kleine strafkaart is geregeld in artikel 50.