Sjabloon:1987:44

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 19 aug 2019 om 00:17 (Beveiligde "Sjabloon:1987:44" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Artikel 44 Volgorde en verloop van het spelen

A. Voorspelen in een slag

De speler die in een slag voorspeelt, mag elke kaart uit zijn hand spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

B. Bijspelen in een slag

Na het voorspelen speelt iedere speler op zijn beurt een kaart en de vier aldus gespeelde kaarten vormen een slag (voor de wijze waarop de kaarten moeten worden gespeeld en gerangschikt, zie artikel 65).

C. Verplichting om te bekennen

Bij het spelen in een slag moet elke speler indien mogelijk bekennen. Deze verplichting gaat boven alle andere voorschriften van deze spelregels.

D. Niet kunnen bekennen

Indien een speler niet kan bekennen, mag hij elke andere kaart spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

E. Slagen met troeven

Een slag die troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste troef heeft gespeeld.

F. Slagen zonder troeven

Een slag die geen troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste kaart van de voorgespeelde kleur heeft gespeeld.

G. Voorspelen na de eerste slag

De speler die de slag heeft gemaakt, speelt voor in de volgende slag.