Sjabloon:1987:HX
HOOFDSTUK X DE WEDSTRIJDLEIDER Art 81 t/m 91
§ I Verantwoordelijkheden Art.81 t/m 83
Artikel 81 Taken en bevoegdheden
A. Officiële positie
- De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de organiserende instantie.
B. Beperkingen en verantwoordelijkheden
- 1. Technische leiding
- De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd.
- 2. Inachtneming van spelregels en bepalingen
- De wedstrijdleider is gebonden aan deze spelregels en aan aanvullende bepalingen die door de organiserende instantie zijn aangekondigd.
- De wedstrijdleider is gebonden aan deze spelregels en aan aanvullende bepalingen die door de organiserende instantie zijn aangekondigd.
C. Taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider
De taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider omvatten over het algemeen:
- 1. Assistenten
- Het aanstellen van assistenten, nodig om zijn taken te vervullen.
- 2. Inschrijvingen
- Het aannemen en noteren van de inschrijvingen.
- 3. Condities
- Het vaststellen van passende condities en het bekendmaken daarvan aan de deelnemers.
- 4. Orde
- Het handhaven van de orde en de zorg voor het ordelijk verloop van het spelen.
- 5. Spelregels
- Het toepassen en uitleggen van deze spelregels en het inlichten van de spelers over hun rechten en verantwoordelijkheden volgens deze spelregels.
- 6. Fouten
- Het herstellen van iedere fout of onregelmatigheid die hem op enigerlei wijze ter kennis komt binnen de termijn van correctie vastgesteld in overeenstemming met artikel 79 C.
- 7. Straffen
- Het opleggen van straffen, indien van toepassing.
- 8. Kwijtschelden van straffen
- Het naar eigen goeddunken kwijtschelden van straffen om enigerlei reden, op verzoek van de niet overtredende partij.
- 9. Onenigheden
- Het beslechten van onenigheden en het voorleggen, waar nodig, van een geschil aan het bevoegde comité.
- 10. Scores
- Het verzamelen van scores en het opstellen van resultaten.
- 11. Berichtgeving
- Het melden van de uitslagen aan de organiserende instantie voor de officiële registratie.
- Het melden van de uitslagen aan de organiserende instantie voor de officiële registratie.
D. Delegeren van taken
- De wedstrijdleider mag elke van de onder C hierboven genoemde taken delegeren aan zijn assistenten, maar hij wordt daardoor niet ontheven van zijn verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering ervan.
Artikel 82 Herstel van fouten in de gang van zaken
A. Taak van de wedstrijdleider
- Het is de taak van de wedstrijdleider fouten in de gang van zaken te herstellen en het spel te laten verlopen op een wijze die niet met deze spelregels in strijd is.
B. Herstel van fouten
Om een fout in de gang van zaken te herstellen mag de wedstrijdleider:
- 1. Een arbitrale score toekennen
- Een arbitrale score toekennen zoals toegestaan volgens deze spelregels.
- 2. Het tijdstip van spelen vastleggen
- Voorschrijven dat een bord wordt gespeeld, of het spelen ervan naar een later tijdstip verschuiven.
- Voorschrijven dat een bord wordt gespeeld, of het spelen ervan naar een later tijdstip verschuiven.
C. Fout van de wedstrijdleider
- Als de wedstrijdleider een beslissing heeft genomen die later door hem of door de hoofdwedstrijdleider als onjuist wordt beoordeeld, en als er geen mogelijkheid tot herstel is om op het bord alsnog een normaal resultaat te verkrijgen, dient hij een arbitrale score toe te kennen waarbij hij beide partijen als niet overtredend beschouwt.
Artikel 83 Verwittiging van het recht om te protesteren
- Indien de wedstrijdleider meent dat een herziening van zijn beslissing omtrent een feit of omtrent de uitoefening van zijn bevoegdheid om naar eigen goeddunken te handelen aan de orde zou kunnen zijn (bijvoorbeeld wanneer hij een arbitrale score toekent ingevolge artikel 12), dient hij een deelnemer in kennis te stellen van diens recht om te protesteren.
§ II Beslissingen Art. 84 t/m 85
Artikel 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat
Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen dient hij, als overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te beslissen:
A. Geen straf
- Als in de spelregels geen straf is bepaald en er voor hem geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, geeft hij de spelers opdracht verder te gaan met bieden of spelen.
B. Reglementaire straf
- Indien een onregelmatigheid duidelijk onder een spelregel valt waarin een straf is genoemd, legt hij die straf op en ziet er op toe dat die wordt ondergaan.
C. Keuze voor de speler
- Als de spelregels een speler een keuze geven uit meerdere straffen, legt de wedstrijdleider de mogelijkheden uit en ziet er op toe dat een straf wordt gekozen en ondergaan.
D. Keuze voor de wedstrijdleider
- Als de spelregels de wedstrijdleider een keuze geven tussen een specifieke straf en het toekennen van een arbitrale score, tracht hij een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken waarbij hij over ieder twijfelachtig punt beslist in het voordeel van de niet-overtredende partij.
E. Straf naar eigen goeddunken
- Als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden waarvoor geen straf in de spelregels is voorzien, kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe als er redelijkerwijs een mogelijkheid bestaat dat de niet overtredende partij benadeeld werd. De overtredende partij wordt in kennis gesteld van het recht op protest.
Artikel 85 Beslissingen inzake feiten waarover geen overeenstemming bestaat
Als de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen dient hij, indien er geen overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk te gaan:
A. Beoordeling door de wedstrijdleider
- Als de wedstrijdleider van oordeel is dat hij de feiten juist heeft vastgesteld, beslist hij volgens artikel 84.
B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen
- Als de wedstrijdleider niet in staat is de feiten tot zijn tevredenheid vast te stellen, dient hij een beslissing te nemen die het voortgaan van het spelen mogelijk maakt en dient hij de spelers op de hoogte te stellen van hun recht op protest.
§ III Herstel van onregelmatigheden Art. 86 t/m 87
Artikel 86 In viertallenwedstrijden
A. Arbitrale score bij het spelen om IMP's
- Als de wedstrijdleider besluit een "kunstmatige" arbitrale score van 60 % (zie artikel 88) toe te kennen aan een niet-overtredende deelnemer, bedraagt die score 3 IMP's.
B. Niet complementaire scores in wedstrijden volgens afvalsysteem
- Als de wedstrijdleider niet complementaire arbitrale scores (zie artikel 12 C) toekent in wedstrijden volgens afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend. Het gemiddelde van de twee scores wordt dan aan beide deelnemers toegekend.
C. Vervangend bord
- De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken om volgens artikel 6 een bord te laten overgeven, als het eindresultaat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.
Artikel 87 Onklaar bord
A. Definitie
- Een bord wordt als "onklaar" beschouwd als de wedstrijdleider vaststelt dat één of meer kaarten in een verkeerd vak zijn gestoken, zodanig dat deelnemers die rechtstreeks met elkaar vergeleken hadden moeten worden, het bord niet met dezelfde kaartverdeling hebben gespeeld.
B. Scoreberekening van het onklare bord
- Bij het berekenen van de score van een onklaar bord stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast welke scores op het bord zijn behaald met de oorspronkelijke kaartverdeling en welke met de gewijzigde kaartverdeling. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in twee groepen en berekent elke groep afzonderlijk volgens de bepalingen gegeven door de organiserende instantie.
§ IV Straffen Art. 88 t/m 91
Artikel 88 Toekennen van punten als schadeloosstelling
Indien in een individuele of parenwedstrijd een niet in overtreding zijnde deelnemer buiten zijn schuld gedwongen is een arbitrale score te accepteren, dient aan die deelnemer een minimum van 60 % van de op het bord hoogst haalbare score te worden toegekend, of het percentage aan matchpunten dat hij op alle gedurende de zitting feitelijk gespeelde spellen gemiddeld behaalde, indien dit hoger is dan 60 %.
Artikel 89 Straffen in individuele wedstrijden
In individuele wedstrijden dient de wedstrijdleider de strafbepalingen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe te passen op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts een van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen procedurele straf in punten aan de partner van de overtreder opleggen, als volgens zijn mening deze partner in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.
Artikel 90 Procedurele straffen
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
- Naast het toepassen van de strafbepalingen van deze spelregels mag de wedstrijdleider ook straffen geven voor iedere overtreding die het spel overmatig vertraagt of belemmert, andere deelnemers overlast bezorgt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van een arbitrale score aan een andere tafel noodzakelijk maakt.
B. Overtredingen onderworpen aan straf
Overtredingen die onderworpen zijn aan straf, zijn onder meer de volgende:
- 1. Te laat komen
- De komst van een deelnemer na de aangekondigde aanvangstijd.
- 2. Langzaam spelen
- Het overmatig langzaam spelen van een deelnemer.
- 3. Luidruchtig bespreken
- Het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden gehoord.
- 4. Het vergelijken van scores
- Het vergelijken van de scores met een andere deelnemer gedurende de zitting.
- 5. Het aanraken van andermans kaarten
- Het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7).
- 6. Kaarten in een verkeerd vak steken
- Het steken van één of meer kaarten in een verkeerd vak van een bord.
- 7. Fouten in de gang van zaken
- Iedere foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt.
- 8. Geen medewerking
- Het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan een voorschrift van de wedstrijdleider.
- Het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan een voorschrift van de wedstrijdleider.
Artikel 91 Bestraffen of schorsen
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
- Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven, is de wedstrijdleider met name bevoegd om disciplinaire straffen, uitgedrukt in punten, op te leggen of een deelnemer voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen (de beslissing van de wedstrijdleider in dit geval is definitief).
B. Recht van uitsluiting
- De wedstrijdleider is uitdrukkelijk bevoegd om een speler om enigerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van het wedstrijdcomité of de organiserende instantie.