Sjabloon:1997:12A

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 15 aug 2019 om 11:31
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen

De wedstrijdleider mag op eigen initiatief of op verzoek van een speler een arbitrale score (of scores) toekennen, doch slechts in de gevallen waarin deze Spelregels hem daartoe machtigen, of:

1. Spelregels verschaffen geen schadeloosstelling

De wedstrijdleider mag een vervangende arbitrale score toekennen als naar zijn oordeel deze Spelregels geen schadeloosstelling verschaffen aan de niet-overtredende deelnemer voor deze specifieke overtreding van de Spelregels, begaan door een tegenstander.

2. Het normaal spelen van het bord is onmogelijk

De wedstrijdleider mag een kunstmatige arbitrale score toekennen als er geen mogelijkheid is tot herstel, waardoor het bord niet meer normaal gespeeld kan worden (zie artikel 88).

3. Een onjuiste straf is ondergaan

De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als een onjuiste straf is ondergaan.