Sjabloon:2007:24Aanhef

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 9 aug 2019 om 12:01 (Beveiligde "Sjabloon:2007:24Aanhef" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Als de wedstrijdleider vaststelt dat tijdens de biedperiode, als gevolg van een fout van de speler zelf, de beeldzijde van één of meer kaarten van diens hand gezien kon worden door zijn partner, moet de wedstrijdleider voorschrijven dat elke zodanige kaart tot het einde van de biedperiode met de beeldzijde naar boven op tafel blijft liggen. Informatie die voortkomt uit zulke openliggende kaarten, is geoorloofd voor de niet-overtredende partij maar ongeoorloofd voor de overtredende partij. Als de overtreder leider of blinde wordt, wordt elke zodanige kaart opnieuw toegevoegd aan de hand. Als de overtreder tegenspeler wordt, wordt elke zodanige kaart een strafkaart. In dat geval: