Sjabloon:2007:16B

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 8 aug 2019 om 22:50 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner'''</br> 1. :(a) Nadat een speler aan zijn partner op andere wijze informatie heeft verschaft waar...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner
1.

(a) Nadat een speler aan zijn partner op andere wijze informatie heeft verschaft waarmee een bieding of speelwijze zou kunnen worden gesuggereerd, mag de partner uit de voor de hand liggende mogelijkheden er niet één kiezen die onloochenbaar door deze informatie zou kunnen zijn gesuggereerd. Onder “anderszins verkregen informatie” wordt onder meer verstaan: een opmerking, vraag, antwoord op een vraag, een onverwachte alert of het niet alerteren, onmis¬kenbare aarzeling, ongewone snelheid, bijzondere nadruk, intonatie, gebaar, beweging, hebbelijkheid.
(b) Een voor de hand liggende mogelijkheid is een mogelijkheid die door een significant aantal spelers van vergelijkbaar niveau en gebruikmakend van hetzelfde systeem serieus zou worden overwogen en waarvoor enkelen ook daadwerkelijk zouden kiezen.

2. Als een speler van oordeel is dat een tegenstander dergelijke informatie heeft verschaft en hij de kans groot acht dat hij benadeeld kan worden, mag hij aankondigen, tenzij het Bondsbestuur het verbiedt (wat kan betekenen dat de wedstrijdleider ge¬roepen moet worden) dat hij zich het recht voorbehoudt de wedstrijdleider op een later tijdstip te ontbieden (de tegenstanders behoren de wedstrijdleider onmiddellijk te ontbieden als zij de eventuele overdracht van ongeoorloofde informatie bestrijden).

3. Wanneer een speler gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een tegenstander die een redelijk alternatief had, gekozen heeft voor een actie die mogelijkerwijs was gesuggereerd door dergelijke informatie, behoort hij de wedstrijdleider na het spel te ontbieden. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toe¬kennen (zie artikel 12C) als hij van oordeel is dat de overtreding resulteerde in een voordeel voor de overtreder.