Sjabloon:2007:HV1

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 8 aug 2019 om 12:06 (Beveiligde "Sjabloon:2007:HV1" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

DEEL I JUISTE GANG VAN ZAKEN Art. 17 t/m 22

ARTIKEL 17 De biedperiode
A. Begin van de biedperiode
De biedperiode van een spel begint voor een partij als één van beide spelers van het paar zijn kaarten uit het bord neemt.

B. De eerste bieding
De speler die op het bord als gever is aangeduid, doet de eerste bieding.

C. Volgende biedingen
De speler links van de gever doet de tweede bieding en daarna biedt elke speler op zijn beurt volgens de wijzers van de klok.

D. Kaarten van een verkeerd bord
1. Een bieding wordt geannuleerd als ze door een speler gedaan wordt met kaarten die hij uit een verkeerd bord genomen heeft.

2. Nadat hij de correcte hand heeft ingezien, biedt de overtreder opnieuw en de bieding gaat daarna normaal verder. Als de LT van de overtreder een bieding deed over de geannuleerde bieding, moet de wedstrijdleider kunstmatige arbitrale scores toe-kennen als de bieding die de overtreder met de juiste kaarten doet, afwijkt van zijn ingetrokken bieding 1) (de LT van de overtreder moet zijn vorige bieding herhalen) of als de partner van de overtreder al een bieding heeft gedaan na de geannuleerde bieding.

3. Als de overtreder zijn ingetrokken bieding herhaalt bij het spelen van het bord waaruit hij eerder per abuis de kaarten had genomen, mag de wedstrijdleider het bord normaal laten spelen. Hij moet echter kunstmatige arbitrale scores toekennen als de bieding van de overtreder afwijkt van de oorspronkelijke, geannuleerde bieding.

4. Naast de rechtzettingen van 2 en 3 hierboven kan een procedurele straf (artikel 90) opgelegd worden.


1) Bijvoorbeeld: een vervangende bieding wijkt af als haar betekenis erg verschilt of als het een psychologische bieding is.
E. Einde van de biedperiode
1. De bieding en de biedperiode eindigen zoals bepaald in artikel 22.

2. Wanneer na een bieding driemaal is gepast, is het bieden niet beëindigd als één van deze pasbiedingen een pas voor de beurt was en een speler als gevolg daarvan zijn rechtmatige biedbeurt ontnomen werd. Als dit gebeurt, gaat de bieding terug naar de speler die zijn beurt heeft gemist. Alle volgende pasbiedingen worden geannuleerd en het bieden gaat normaal verder. Artikel 16D is van toepassing op de geannuleerde biedingen; elke speler die voor zijn beurt paste, beging een overtreding.


ARTIKEL 18 Bod
A. Juiste wijze
Een bod duidt een aantal trekken aan (trekken boven zes) van één tot zeven en een speelsoort (pas, doublet en redoublet zijn biedingen maar geen bod).

B. Het opheffen van een bod
Een bod heft een vorig bod op als het óf hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort aanduidt óf een groter aantal trekken in welke speelsoort dan ook.

C. Voldoende bod
Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod opheft, is een voldoende bod.

D. Onvoldoende bod
Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod niet opheft, is een onvoldoende bod.

E. Rangorde van de speelsoorten
De rangorde van de speelsoorten in afdalende volgorde is: sans atout (zonder troef), schoppen, harten, ruiten, klaveren.

F. Andere manieren
Het Bondsbestuur mag andere manieren voor het bieden toelaten.


ARTIKEL 19 Doublet en redoublet
A. Doublet
1. Een speler mag alleen het laatst voorafgaande bod doubleren. Dat bod moet zijn gedaan door een tegenstander; tussen het bod en het doublet mogen geen andere biedingen dan pas gedaan zijn.

2. Een speler behoort bij het doubleren niet het aantal trekken of de speelsoort te noemen. De enige juiste term is “doublet”.

3. Als een speler bij het doubleren het bod of het aantal trekken of de speelsoort op onjuiste wijze noemt, wordt hij geacht het werkelijk gedane bod te hebben gedoubleerd (artikel 16 - Ongeoorloofde informatie - kan van toepassing zijn).

B. Redoublet
1. Een speler mag alleen het laatst voorafgaande doublet redoubleren. Dat doublet moet zijn gedaan door een tegenstander; tussen het doublet en het redoublet mogen geen andere biedingen dan pas gedaan zijn.

2. Bij het redoubleren behoort een speler niet het aantal trekken of de speelsoort te noemen. De enige juiste term is “redoublet”.

3. Als een speler bij het redoubleren het gedoubleerde bod of het aantal trekken of de speelsoort op onjuiste wijze noemt, wordt hij geacht het werkelijk gedane bod te hebben geredoubleerd (artikel 16 - Ongeoorloofde informatie - kan van toepassing zijn).

C. Opheffing van doublet of redoublet
Elk doublet of redoublet wordt opgeheven door een volgend reglementair bod.

D. Scoreberekening van een gedoubleerd of geredoubleerd contract
Als een gedoubleerd of geredoubleerd bod niet gevolgd wordt door een reglementair bod, worden de scores verhoogd zoals voorzien in artikel 77.


ARTIKEL 20 Herhaling en uitleg van biedingen
A. Bieding die niet duidelijk is verstaan
Een speler mag onmiddellijk verduidelijking vragen als hij erover twijfelt welke bieding gedaan werd.

B. Herhaling van het bieden tijdens de biedperiode
Tijdens de biedperiode heeft elke speler het recht alle voorafgaande biedingen te laten herhalen 1) mits het zijn beurt is om te bieden, tenzij hij reglementair moet passen; alerts behoren bij de herhaling vermeld te worden. Een speler mag geen gedeeltelijke herhaling van voorafgaande biedingen vragen en mag de herhaling niet afbreken voor deze voltooid is.


1) Als biedingen niet uitgesproken worden, moet degene die antwoord geeft op vragen, zich ervan vergewissen dat de tegenstander die een inlichting vraagt, weet welke biedingen gedaan zijn.
C. Herhaling na de afsluitende pas
1. Na de afsluitende pas heeft elke tegenspeler het recht te vragen of hij moet uitkomen (zie artikelen 47E en 41).

2. Zowel de leider 2) als elke tegenspeler mag bij zijn eerste beurt om te spelen, een herhaling vragen van alle voorafgaande biedingen 1) (zie artikelen 41B en 41C). Net als in B mag een speler geen gedeeltelijke herhaling van voorafgaande biedingen vragen en mag hij de herhaling niet afbreken voor deze voltooid is.


1) Als biedingen niet uitgesproken worden, moet degene die antwoord geeft op vragen, zich ervan vergewissen dat de tegenstander die een inlichting vraagt, weet welke biedingen gedaan zijn.
2) De eerste keer dat de leider aan de beurt is om te spelen vanuit de blinde, tenzij hij een uitkomst voor de beurt accepteert.

D. Wie mag het biedverloop herhalen?
Alleen een tegenstander mag aan een verzoek om herhaling 1) van de biedingen voldoen.


1) Als biedingen niet uitgesproken worden, moet degene die antwoord geeft op vragen, zich ervan vergewissen dat de tegenstander die een inlichting vraagt, weet welke biedingen gedaan zijn.

E. Verbetering van een fout in de herhaling
Alle spelers, met inbegrip van de blinde of een speler die reglementair moet passen, zijn er verantwoordelijk voor dat fouten in de herhaling 1) meteen verbeterd worden (zie artikel 12C1 ingeval er schade ontstaat omdat een herhaling niet verbeterd is).


1) Als biedingen niet uitgesproken worden, moet degene die antwoord geeft op vragen, zich ervan vergewissen dat de tegenstander die een inlichting vraagt, weet welke biedingen gedaan zijn.
F. Uitleg van biedingen
1. Tijdens het bieden en vóór de afsluitende pas mag iedere speler verzoeken om een volledige uitleg van het voorafgaande bieden van de tegenstanders maar alleen als hij aan de beurt is om te bieden. Hij heeft het recht geïnformeerd te worden over de werkelijk gedane biedingen, over relevante alternatieve biedingen die niet werden gedaan en over relevante gevolgtrekkingen uit de keuze van handelingen voor zover ze behoren tot de afspraken tussen de partners.
Behalve als de wedstrijdleider anders bepaalt, behoort de partner van de speler die de betreffende bieding heeft gedaan, het antwoord te geven. De partner van de speler die een vraag stelt, mag geen aanvullende vraag stellen tot het zijn beurt is om te bieden. Artikel 16 kan van toepassing zijn en het Bondsbestuur mag regels stellen voor schriftelijke uitleg.

2. Na de afsluitende pas en gedurende de hele speelperiode mag elke tegenspeler die aan de beurt is om te spelen, verzoeken om een uitleg van het bieden van de tegenpartij. De leider mag als hij in de hand of in de blinde aan de beurt is om te spelen, verzoeken om uitleg van een bieding of van de tegenspelafspra¬ken van een tegenspeler. Uitleg dient gegeven te worden op de manier zoals bepaald in 1 en door de partner van de speler wiens handeling uitgelegd wordt.

3. Conform de bepalingen van 1 en 2 hierboven mag een speler uitleg vragen over een enkele bieding maar artikel 16B1 kan van toepassing zijn.

4. Als een speler zich na het geven van zijn eigen uitleg realiseert dat die foutief was of onvolledig, moet hij onmiddellijk de wedstrijdleider ontbieden. De wedstrijdleider past artikel 21B of artikel 40B4 toe.

5.

(a) Een speler wiens partner een foutieve uitleg heeft gegeven, mag die fout tijdens de bieding niet herstellen of op enigerlei wijze laten blijken dat er een vergissing is begaan. “Foutieve uitleg” houdt hier in het nalaten te alerteren of afspraken bekend te maken zoals de reglementen het voorschrijven of het alerteren (of een bekendmaking) waar het reglement het niet voorschrijft.
(b) Een speler moet de wedstrijdleider ontbieden en de tegenstanders ervan op de hoogte brengen dat zijn partner volgens hem een foutieve uitleg gaf (zie artikel 75) maar alleen bij de eerste reglementaire gelegenheid die zich voordoet en dat is
1. voor een tegenspeler aan het einde van het spel
2. voor de leider of de blinde na de afsluitende pas

6. Is de wedstrijdleider van oordeel dat een speler een handeling gebaseerd heeft op foutieve informatie van een tegenstander, zie dan al naar gelang het geval, artikel 21 of artikel 47E.)

G. Foutieve gang van zaken
1. Het is ongepast een vraag te stellen uitsluitend ten behoeve van de partner.

2. Behalve als het Bondsbestuur het toestaat, mag een speler zijn eigen systeemkaart en notities niet raadplegen tijdens de bied- of speelperiode maar zie artikel 40B2b.


ARTIKEL 21 Bieding gebaseerd op onjuiste informatie
A. Bieding gebaseerd op verkeerd begrijpen of verstaan van de bieding
Een speler heeft geen recht op rechtzetting of herstel als hij gehandeld heeft op basis van wat hij verkeerd begrepen of verstaan heeft.

B. Bieding gebaseerd op onjuiste informatie van een tegenstander
1.

(a) Een speler mag zonder sancties voor zijn partij een bieding wijzigen als de wedstrijdleider oordeelt dat de te vervangen bieding redelijkerwijs beïnvloed kan zijn door onjuiste informatie van een tegenstander (zie artikel 17E). Voorwaarde is dat de biedperiode nog niet is afgelopen en de partner van de speler die zijn bieding wil wijzigen nog geen bieding deed na het te wijzigen bod. Het niet meteen alerteren wanneer dit alerteren voorgeschreven wordt door het Bondsbestuur, wordt beschouwd als onjuiste informatie.
(b) De wedstrijdleider dient bij afwezigheid van bewijs van het tegendeel eerder uit te gaan van een foutieve uitleg dan van een foutieve bieding.

2. Wanneer een speler het verkiest een bieding te veranderen vanwege onjuiste informatie (zie 1. hierboven), mag zijn LT op zijn beurt elke daarna gedane bieding wijzigen zonder een verdere rechtzetting, tenzij de wedstrijdleider op het einde van het spel oordeelt dat zijn ingetrokken bieding informatie overbracht die de niet-overtredende partij heeft benadeeld; in dat geval is artikel 16D van toepassing.

3. Als het te laat is om een bieding te wijzigen en de wedstrijdleider oordeelt dat de overtredende partij voordeel gehaald kan hebben uit de onregelmatigheid, kent hij een arbitrale score toe.


ARTIKEL 22 De gang van zaken nadat het bieden is gesloten
A. Einde van het bieden
Het bieden eindigt wanneer:
1. alle vier de spelers passen (maar zie artikel 25). De handen worden ongespeeld in het bord teruggestoken. Er mag niet opnieuw gegeven worden.
2. één of meer spelers een bod hebben gedaan en er na het laatste bod drie passen in volgorde zijn gedaan. Het laatste bod wordt het contract (maar zie artikel 19D).

B. Einde van de biedperiode
1. De biedperiode eindigt als na het einde van het bieden zoals beschreven in A2 een van de tegenspelers een uitkomst met de beeldzijde naar boven op tafel legt. (Als het een uitkomst voor de beurt is, zie artikel 54). De periode tussen de laatste pas en de uitkomst wordt uitlegperiode genoemd.

2. Als geen van de spelers een bod doet (zie A1), eindigt de biedperiode als alle vier de handen in het bord teruggestoken zijn.