De strekking van de spelregels:1932

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 1 aug 2019 om 11:33 (Beveiligde "De strekking van de spelregels:1932" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

DE STREKKING VAN HET REGLEMENT

De regels zijn bedoeld om eene correcte wijze van spelen vast te leggen, en te voorzien in een naar de omstandigheden evenredige straf, wanneer een speler bij toeval, door zorgeloosheid of onoplettendheid, den goeden gang van het spel verstoort of een wel is waar niet bedoeld, doch niettemin onbehoorlijk voordeel behaalt.

De regels zijn er niet op gericht, om oneerlijke praktijken te voorkomen: dienovereenkomstig zijn er geen straffen gesteld op opzettelijke schending hetzij van de spelregels zelf, hetzij van de in het aanhangsel uiteengezette beginselen. Het is voldoende, spelers te waarschuwen tegen eenigerlei ondoordacht woord of handeling, welke de strenge begrippen van welvoeglijkheid, die alle spelers in acht behooren te nemen, overschrijdt; immers, de moreele verplichting om zich aan deze regels te houden is het sterkst, wanneer geen straf is voorgeschreven.
Uitsluiting is het laatste uiterste hulpmiddel waar bij herhaling opzettelijk wordt overtreden.

De straffen zijn beperkt tot een met recht en billijkheid overeen te brengen minimum, en een speler, die eene overtreding begaat, dient bereid te zijn de voorgeschreven straf hoffelijk en blijmoedig te aanvaarden.

Wanneer deze beginselen ter harte worden genomen, wordt het geredeneer vermeden en wordt het genoegen, dat het spel biedt, aanmerkelijk verhoogd.