Hoofdstuk IV:1932
HOOFDSTUK IV. HET BIEDEN.
REGEL 10. EEN ONJUISTE GIFT.
(1) Er moet door denzelfden speler met hetzelfde spel opnieuw worden gegeven, als -
- (a) de gever verzuimt, om te laten afnemen en een der spelers op deze fout de aandacht vestigt voordat de laatste kaart is gegeven en ook voordat hij een van zijn kaarten heeft ingezien;
- (b) gedurende de gift eenige kaart met de voorzijde naar boven in het spel wordt aangetroffen; of
- (c) gedurende de gift een kaart wordt getoond, hetzij boven, hetzij onder de tafel; deze regel blijft buiten toepassing in elk geval dat een speler regel 9(4) heeft overtreden en dan regel 38 wordt toegepast; of
- (d) de kaarten niet zijn gegeven in vier pakjes. een voor een in regelmatige opvolging, beginnende met den speler aan gevers linkerhand; met dien verstande dat, als de gever aan denzelfden speler twee kaarten tegelijk of achtereenvolgens geeft, hij deze vergissing mag herstellen alvorens een volgende kaart te geven; of
- (e) de laatste kaart niet 'op regelmatige wijze aan den gever komt; of
- (f) een speler een andermans spel opneemt en inziet; of
- (g) hetzij voordat het spel begint, hetzij op eenig tijdstip gedurende het spel blijkt, dat een speler meer en een andere speler minder dan het vereischte aantal kaarten heeft; wanneer echter kan worden aangetoond, dat bij een slag twee kaarten uit een hand en geen uit een andere hand werd bijgespeeld, geldt regel 48 in stede van deze regel (zie ook regel 49).
(2) Wanneer gedurende het geven of het spelen blijkt, dat het aantal kaarten in het spel onjuist is. of dat er gelijke kaarten in zitten, moet dezelfde speler opnieuw geven met een goed spel, maar punten behaald als resultaat van vorige giften zijn onaantastbaar.
REGEL 11. HET BIEDEN EN ZIJN DUUR.
(1) Als het geven is afgeloopen, moet de gever het bieden openen door eene bieding te doen; daarna moet elke speler in volgorde eene bieding doen.
(2) Indien in de eerste ronde van het bieden alle vier spelers passen, gaat het spel niet door, en de speler wiens beurt het is om te geven, geeft met het andere spel.
(3) In elk ander geval gaat het bieden voort totdat na een bod, dubbel of herdubbel door een der spelers gedaan, door de andere drie spelers gepast is, op welk oogenblik het bieden gesloten is.
REGEL 12. BIEDEN EN HOOGER BIEDEN.
Elk volgend bod moet of een grooter aantal trekken noemen dan het voorafgaande bod Of een gelijk aantal in een hoogere spelsoort (zie regel 40 - onvoldoend bod). De spelsoorten worden van beneden naar boven gerangschikt als volgt: klaveren, ruiten. harten, schoppen, zonder troef.
REGEL 13. DUBBELEN EN HERDUBBELEN.
(1) Elke speler mag op zijn beurt het laatst voorafgaande bod dubbelen, als dit gedaan werd door een tegenspeler, of hij mag het herdubbelen, als het door een tegenspeler gedubbeld is. Hij is niet verplicht het bod dat hij dubbelt of herdubbelt te noemen. Dubbel en herdubbel betreffen alleen de punten voor geboden en gewonnen trekken, voor overslagen of verliesslagen (regels 30, 31 en 32), maar niet die voor honneurs. voor slems of voor robber. Zij hebben geen invloed op het aantal trekken van het bod, noch op hun waarde bij het bieden.
(2) Een bod, dat herdubbeid is, mag niet nog eens worden gedubbeld of herdubbeld.
(3) Als een bod is gedubbeld of gedubbeld en herdubbeid, mag elke speler op zijn beurt een verder bod doen, totdat het bieden door drie opeenvolgende pas-biedingen is gesloten.
(4) Wanneer bij het dubbelen of herdubbelen een speler een onjuist aantal trekken noemt, wordt hij geacht het gedane bod te hebben gedubbeld of herdubbeid.
REGEL 14. PASSEN.
Een speler, die geen andere bieding wil doen, past (om misverstand te voorkomen, wordt dit het best uitgedrukt door de woorden "geen bod" of "ik pas").
REGEL 15. HET EINDBOD EN DE LEIDER.
Het eindbod bij het bieden wordt het contract, en, als er een kleur in was genoemd, wordt die kleur de troefkleur voor het spel. De speler, die het contract aangaat en zijn maat worden de contracteerende partij, en diegene van hen, die het eerst een bod deed in de in het contract genoemde spelsoort, wordt de leider.
REGEL 16. HERSTELLEN VAN EEN NIET BEDOELD BOD.
Als een bod niet bedoeld is en als zoodanig wordt aangegeven door den speler, doordat hij het practisch in één adem herstelt, geldt het als hersteld. Met een niet-bedoeld bod wordt bedoeld eene spreekvergissing (slip of the tongue) en niet een veranderd inzicht. Behalve in een geval als voorzien in dezen regel of in regel 40 (onvoldoend bod) mag een speler een door hem gedaan bod niet veranderen.
REGEL 17. INLICHTINGEN BETREFFENDE GEDANE BIEDINGEN.
(1) Een speler mag vragen de vorige biedingen te herhalen-
(a) gedurende het bieden, als het zijn beurt is om te bieden, en
(b) nadat het bieden is gesloten, maar voordat is uitgekomen.
(2) Nadat is uitgekomen, mag een speler alleen maar vragen, wat het contract is en of het, maar niet door wien, gedubbeld of herdubbeid is.